...

Ann De Guchtenaere en Caroline Dolieslager, respectievelijk voorzitter van de Belgische Academie voor Kindergeneeskunde en de Vlaamse Vereniging voor kinderverpleegkundigen drukken hun grote bezorgdheid uit over een aantal evoluties en onzekerheden binnen het algemene en pediatrische zorglandschap. "Opnieuw worden kinderen als kleine volwassenen beschouwd," zo luidt het.Beide verenigingen hebben een waslijst aan klachten. Ze bezorgden deze aan de bevoegde ministers. Een greep daaruit. De Academie en de kinderverpleegkundigen wijzen er bijvoorbeeld op dat bevoegdheid nog steeds primeert op bekwaamheid. "Om het even welke bevoegde zorgprofessional zonder specifieke opleiding, kennis en ervaring rond kinderen mag zonder meer zorg verlenen aan kinderen," stellen beide organisaties.Ook blijft de erkenning van medisch-pediatrische subspecialisaties in het dak steken. Dit ondanks verschillende positieve adviezen van de Hoge Gezondheidsraad. Verder heeft eenzelfde kind binnen een ziekenhuis wel toegang tot specifiek opgeleide (niet-erkende!) zorgprofessionals. Maar eens buiten de muren van het ziekenhuis is dat niet meer het geval. Men wijst er ook op dat de zorg voor kinderen nog al te vaak geënt wordt op volwassen zorgsystemen die geen rekening houden met de kind-specifieke eigenschappen in de zorg.Om al deze lacunes in de zorg voor kinderen weg te werken, vragen de kinderartsen en de kinderverpleegkundigen de beleidsmakers ze "niet te verwerpen in het kader van politieke bevoegdheidssplitsingen maar ze te bekijken vanuit de kwaliteitsgedachte en door samen te werken met de betrokken bevoegde collega's." Ze vragen ook kinderartsen en -verpleegkundigen actief te betrekken bij het beleid.Voorts zijn beide verenigingen van oordeel dat kinderen recht hebben op een geheel eigen zorgtraject en zorgsysteem met aandacht voor een continu hoge kwaliteitsstandaard.Medisch-pediatrische subspecialisaties en de kinderverpleegkundige specialisatie op transmuraal niveau dienen erkend te worden. Nodig is ook om actief te investeren in samenwerking tussen medische, biopsycho-sociale en integrale ontwikkelingsdomeinen binnen de pediatrie. Samenwerkingsverbanden moeten actief ondersteund worden en aan het principe van de vrije keuze van de zorgverlener worden best duidelijke kwaliteitscriteria gekoppeld. Hierover moeten het kind en de ouders objectief geïnformeerd worden zodat ze op een juiste manier vrij kunnen kiezen, zo luidt het nog.