...

De hervorming van het remgeldsysteem heeft niet tot doel besparingen door te voeren. Het wil enkel een nieuw evenwicht bereiken, zo zegt minister Laurette Onkelinx. Maar meteen geeft ze ook de ziekenfondsen een doorslaggevende stem in die hervorming. Onkelinx werd in de Senaat over het dossier ondervraagd door N-VA senator Elke Sleurs. Aanleiding vormde enerzijds de studie die het KCE recent publiceerde over het remgeldsysteem en anderzijds de ambitie van de federale regering om bij de opmaak van de begroting 2013 opnieuw te snoeien in de gezondheidszorg. Maar Onkelinx wijst er meteen op dat de studie van het federaal kenniscentrum niet tot doel heeft te besparen. De analyse van het KCE wilde wel zoeken naar "een nieuw evenwicht in het kader van een op wetenschappelijke bewijzen gestoelde verdeling van de lasten", zo zegt Onkelinx. De minister voegt eraan toe dat de studie van het KCE op zich niet volstaat om dit ook concreet door te voeren."De studie van het KCE leverde geen direct antwoord op, maar reikte eerder een theoretische basis aan om een verband te kunnen leggen tussen de maatschappelijke waarde van een verrichting of product en de hoogte van het remgeld", aldus Onkelinx. "Op basis van de studie van het KCE kunnen we het remgeldstelsel dus niet hervormen, aangezien ze veronderstelt dat alle gezondheidszorgactoren, zoals onder andere het Nationaal Intermutualistisch College, de denkoefening maken om te bepalen welke verrichtingen een hoge maatschappelijke waarde hebben. Daarna moeten we ons afvragen of verrichtingen met een hoge maatschappelijke waarde moeten worden aangemoedigd door middel van een zeer laag of zelfs geen remgeld. En omgekeerd, of er hogere remgelden nodig zijn voor verrichtingen die als minder noodzakelijk worden geacht." Meteen zet de minister daarmee de deur open om de ziekenfondsen te laten bepalen welke richting het uit moet met de hervorming van het remgeldsysteem. De studie van het Kenniscentrum had als belangrijkste conclusie dat het remgeldsysteem vereenvoudigd moest worden.Ludwig Verduyn