...

Hoe goed was België voorbereid op een pandemie? Hoe was de respons van het beleid? Kon de overheid het herstel uit de crisis in de hand werken?De Oeso bekeek databronnen, voerde enquêtes en ging met tal van sleutelfiguren praten. Het resultaat is een lijvig rapport. België is nog maar het tweede land dat aan de Oeso vroeg zijn covidbeleid door te lichten. Het evaluatierapport lijkt het beleid in ons land over het algemeen gunstig te beoordelen - maar het oogmerk is uiteraard om juist de zwakke punten bloot te leggen en aanbevelingen te formuleren over hoe het beter moet.ParaatheidBelgië beschikt over een robuust systeem voor crisisbeheer, oordeelt de Oeso. Maar voor pandemienoodplannen wordt teveel gekeken naar de federale overheid en de FOD Volksgezondheid. Minder dan een vijfde van de gemeenten, bijvoorbeeld, beschikt over een pandemienoodplanning. Op vlak van de gezondheidsrisico's heeft België, als het op investeren aankwam, steken laten vallen. De voorraden persoonlijk beschermingsmateriaal waren niet vernieuwd en er was onvoldoende buffercapaciteit gepland. Pluspunten waren de laboratoriumcapaciteit, de isolatie-afdelingen in ziekenhuizen, en een bovengemiddeld aantal IC-bedden,...De aanpak van de pandemie moest aanvankelijk uitsluitend vertrekken vanuit Volksgezondheid - het NCCN (Nationaal Crisiscenter) werd iets later gemobiliseerd. Sommige kritieke sectoren voor de infrastructuur waren helemaal niet voorbereid op de pandemiecrisis - al slaagden ze er toch in kort op de bal te spelen, zegt het rapport. Het Oeso pleit voor een meer 'gedeeld risico-inzicht', een meer geïntegreerde aanpak van het risicobeleid. Er moet nu voortgebouwd worden op de lessen uit de crisis en ingezet worden op ontwikkelen van capaciteit die bij een crisis kan worden ingezet.BeleidBelgië is een ingewikkeld land. Persoonlijk leiderschap speelde tijdens de crisis een grote rol - waarbij het federale niveau en de deelstaten er weliswaar toch in slaagden om met één stem te spreken, oordeelt het Oeso. Om de crisis met de veelvoud van betrokken instanties te beheren, moesten de FOD Volksgezondheid en de NCCN in de praktijk al snel plaats maken voor nieuwe ad hoc-structuren. Bevoegdheden waren niet altijd duidelijk en de efficiëntie kon beter. Het geheel draaide vooral dankzij interpersoonlijke relaties. Meer vaste federale crisisstructuren en rapportagelijnen moeten worden vastgelegd, evenals meer verticale coördinatie voortbouwend op de IMC's, oordeelt de Oeso. Wetenschappelijke adviesorganen hadden een duidelijker en beter afgebakend mandaat moeten krijgen, en de inspanning om in deze organen een breed gamma van expertise op te nemen - met ook niet-gezondheidsdeskundigen - gingen niet ver genoeg.Er werden belangrijke inspanningen geleverd voor de communicatie en over het algemeen vindt het rapport dat er wel een coherente crisisboodschap overgebracht werd. Toch kon de samenhang tussen verschillende overheidsniveaus wel nog beter. Sommige kwetsbare groepen vielen trouwens ondanks deze inspanningen uit de boot.Dat media vaak aan wetenschappers tekst en uitleg gingen vragen over het gevoerde beleid waar ze zelf niet aan deelnamen, riep bij het publiek vragen op over de band tussen wetenschap en besluitvorming.Een maatschappelijke benadering van het multidisciplinair crisisbeheer is nodig, met sterkere democratische verantwoordingsmechanismen. Wetenschappelijk advies moet geloofwaardiger en robuuster in het systeem worden ingebouwd - zo luiden de conclusies.GezondheidszorgTijdens de eerste coronagolven deed België het niet zo goed en in het eerste jaar lag het sterftecijfer in ons land een stuk hoger dan in de buurlanden. Maar het gezondheidszorgsysteem kon zich herpakken en in 2021 en 2022 lag de mortaliteit in ons land juist een stuk lager dan in andere landen. Over de hele periode zit België ruim onder het Oeso-gemiddelde.België kon de ziekenhuiscapaciteit redelijk snel opschalen. Zoals in andere landen leed de routinezorg in België onder de crisis. Het aantal teleconsultaties nam tijdens de crisis in ons land snel toe - maar België blijft hier toch achterop hinken op andere landen.De Oeso pleit voor het goed opvolgen van de effecten long covid en van andere langetermijneffecten van de covidcrisis op de gezondheid.Wat de psychische gezondheid van de bevolking betreft, eiste de pandemie een grote tol op. De prevalentie van zelfgerapporteerde depressie en angst verdubbelde bijna tussen 2019 en 2020, en bleef in 2022 hoger dan in de periode vóór de pandemie.Vooral mensen zonder werk en jongeren leden hieronder, maar ook gezondheidszorgwerkers. Zo bleek uit de OESO-enquête bij huisartsen dat 17% respondenten tijdens de pandemie hulp had gezocht voor hun geestelijke gezondheid.Het Oeso-rapport heeft lovende woorden voor de vaccinatiecampagne, en met name de succesvolle mobilisatie en integratie van gezondheidswerkers, en de empirisch onderbouwde prioritering van belangrijke kwetsbare groepen. België zou het nog veel beter doen als het regionale verschillen zou kunnen wegwerken.Het gebrek aan informatie, expertise en voorraden in de woonzorgcentra eisten een hoge tol op, al werden daar dan toch vrij snel lessen uit getrokken.België moet voor de Oeso kwetsbare groepen, moeilijk te bereiken gemeenschappen en langdurige zorg beter integreren in de reactie op gezondheidscrises. Het moet blijven investeren in zorgpersoneel.De gezondheidsgegevensinfrastructuur die tijdens de pandemie werd opgebouwd moet ons land behouden en het moet nog de mogelijkheden verbeteren om gegevensbestanden aan elkaar te koppelen.Andere domeinenVolgens het Oeso-rapport kon ons land de schade voor het onderwijs door de covidcrisis in vergelijking met andere landen nog vrij goed beperken. Het rapport belicht ook de economische en sociale maatregelen die ons land nam.U kunt het rapport (rond de 300 pagina's dik) hier raadplegen.Er is ook een samenvattend rapport in het Nederlands beschikbaar.