...

Sommige kwaliteitsvereisten die het wetsontwerp vermeldt sluiten aan bij wat reeds tot op zekere hoogte was voorzien in de Wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (het vroegere KB 78). Het is de bedoeling om die bepalingen uit de Wet van 10 mei 2015 te halen. Het wetgevend initiatief omtrent kwaliteitsvolle praktijkvoering is geen verrassing. Uit Richtlijn 2011/24 van 9 maart 2011 over patiëntenrechten en grensoverschrijdende zorg vloeit voort dat de lidstaten kwaliteits- en veiligheidsnormen moeten vaststellen voor de zorg, of die nu in een ziekenhuis of daarbuiten plaatsvindt. Binnen de door of krachtens de wet toegewezen bevoegdheden kiest de arts vrij de middelen die hij aanwendt bij het verstrekken van gezondheidszorg. Artikel 4 van de kwaliteitswet bepaalt dat bij die keuze de arts zich laat leiden door relevante wetenschappelijke gegevens en zijn/haar expertise en dat de arts rekening houdt met de voorkeuren van de patiënt. De arts kan enkel die gezondheidszorg verstrekken waarvoor hij/zij over de nodige aantoonbare bekwaamheid en ervaring beschikt. Een patiënt wordt bijgevolg naar een andere bevoegde gezondheidszorgbeoefenaar verwezen wanneer de gezondheidsproblematiek of de vereiste gezondheidszorg de grenzen van de eigen bekwaamheid van de arts overschrijdt. Het patiëntendossier vermeldt die doorverwijzing. Om gezondheidszorg te verstrekken moet de arts een visum hebben dat zijn/haar bekwaamheid tot uitoefening van het gezondheidszorgberoep reflecteert (art. 10). Dit visum wordt een soort licentie om het beroep in de praktijk uit te oefenen. Het visum reflecteert de bekwaamheid van de arts om de facto het beroep uit te oefenen (Memorie van toelichting, p. 6). De arts die risicovolle verstrekkingen stelt moet zorgen voor een procedure bij spoedhulp in geval van complicaties en voor een procedure voor de overbrenging van patiënten (art. 18). De Koning kan bovendien de regels en de modaliteiten bepalen inzake de kwalitatieve toetsing van de praktijkvoering en van het onderhouden van de professionele bekwaming van artsen die risicovolle verstrekkingen stellen (art. 41). Een arts die de praktijk definitief stopzet maakt _ met toestemming van de patiënt _ het patiëntendossier over aan een andere arts (art. 20). Indien de arts dit niet deed zal de Orde de nodige schikkingen nemen voor een bewaarregeling van de dossiers.De kwaliteitswet zal gelden waar de arts ook werkt, of dit nu bijvoorbeeld in een ziekenhuis, een huisartsenpraktijk of een privé-kliniek is. Bepaalde verstrekkingen zoals die waarbij een bloedtransfusie nodig is of verstrekkingen waarbij de patiënt nood heeft aan intensieve zorg of verstrekkingen die postoperatief nood hebben aan meer dan zes uur toezicht kunnen enkel in een ziekenhuis plaatsvinden.Indien gebruikt wordt gemaakt van anxiolyse, lokale anesthesie, loco-regionale anesthesie en/of algemene anesthesie moet de arts over een procedure beschikken voor het geval er een probleem naar aanleiding van anxiolyse of anesthesie optreedt. Indien in een privé-kliniek verstrekkingen worden verricht onder loco-regionale en/of algemene anesthesie zal de arts ook de nodige maatregelen moeten nemen opdat bij complicaties een beroep kan worden gedaan op een ziekenhuis. Er zal trouwens ook op een gestructureerde manier beroep moeten kunnen worden gedaan op de faciliteiten van een ziekenhuis (art. 16).Indien bepaalde kwaliteitsvereisten niet worden nageleefd kan een verbeterplan worden voorgelegd. Bij vaststelling van fysische of psychische ongeschiktheid of bij schending van de voorwaarden inzake omkadering of van de kwaliteitseisen inzake continuïteit of permanentie of bij herhaling van een schending van de kwaliteitsvereisten waarvoor een verbeterplan zou kunnen worden opgesteld, kan het visum worden geschorst of ingetrokken.