...

In juni 2012 riep het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid alle huisartsen en kinderartsen op om gevallen van bof te melden. Enkele maanden eerder had de faculteit geneeskunde van de UGent een bofuitbraak vastgesteld onder haar studenten. Het Agentschap wilde met een tijdelijke meldingsplicht de epidemie van bof beter opvolgen en bestrijden. Dankzij de meldplicht kon de Vlaamse overheid de verspreiding van de ziekte in kaart brengen.De epidemie startte in Gent en waaide over naar andere studentensteden. Van de 1.349 patiënten met bof die in 2012 werden geïdentificeerd, was de helft afkomstig uit Oost-Vlaanderen. 18% van de meldingen gebeurden in West-Vlaanderen, 17% in Antwerpen en 15% in Limburg en Vlaams-Brabant.Het merendeel (37,8%) van de gevallen kwam voor bij mannen in de leeftijdscategorie van 20-24 jaar. De ziekteduur varieerde van 6 tot 13,5 dagen.Met de cijfers voor 2013 erbij geteld waren er in totaal zowat 1.800 gevallen van bof. Beneden de taalgrens brak de epidemie niet echt door, er zijn maar een 200-tal gevallen gemeld in Wallonië en Brussel.De epidemie van bof is inmiddels achter de rug, de ziekte is nu 'endemisch'. Vandaar dat het Agentschap Zorg en Gezondheid vanaf 1 november 2013 de tijdelijke meldingsplicht opheft.