...

Dat zegt Marc Vankerkhoven, coördinator transmurale zorg in het AZ Maria Middelares in Gent. Een kleine twee jaar geleden startte de afdeling geriatrie een proefproject op om mantelzorgers te betrekken bij de zorg voor personen met dementie (zie kader). Dat maakte het mogelijk patiënten met cognitieve stoornissen, vooral dementie, meer te betrekken in de zorg via de mantelzorger. "Personen met dementie zijn doorgaans wilsonbekwaam en kunnen niet voor zichzelf zorgen of opkomen. In hun thuissituatie hebben ze vaak een mantelzorger - partner, kinderen... - om op terug te vallen", zegt Vankerkhoven. "Hij/zij kent de persoon met dementie en zijn levensgewoonten door en door. Bij een ziekenhuisopname gaat die vertrouwde omgeving verloren waardoor acute verwardheid, roep-, dwaalgedrag en andere gezondheidsrisico's kunnen ontstaan." Vandaar het idee om de mantelzorger van bij het begin bij de zorg te betrekken. Bij een geplande opname is hij meteen aanwezig, soms gaat het over een acute hospitalisatie via de spoed. "In dat geval zien we de mantelzorger pas later, tijdens het bezoekuur", dixit Vankerkhoven. "Hoe dan ook vragen we of hij/zij bereid is gedurende de hospitalisatie aanwezig te zijn buiten de bezoekuren: 's ochtends, 's avonds laat, eventueel 's nachts..." Door de aanwezigheid van de mantelzorger voelt de persoon met dementie zich meer op zijn gemak en hoeft de zorgverstrekker geen beslissingen te nemen in zijn plaats. De meerwaarde voor de patiënt kan zijn dat hij minder verward is, dat fixatie minder of niet hoeft, dat het valrisico en de kans op dwaalgedrag en weglopen verkleint. Vankerkhoven: "Ook voor de organisatie is het een meerwaarde. Zo creëren we veilige zorg, een veilige valomgeving, een fixatiearm tot fixatieloos beleid, minder kans op wegloopgedrag of vermissing,..." Voorts komt het de patiëntenzorg en de verpleegkundigen ten goede. "De mantelzorger is het bijvoorbeeld gewoon de persoon met dementie te voeden. Terwijl dat voor verpleegkundigen op een afdeling met veel patiënten met dementie toch wel belastend is", vervolgt Vankerkhoven. "Geven ze hen snel te eten dan neemt de kans op verslikken en ondervoeding toe. Voor zover de patiënt geen slikstoornissen vertoont, is de mantelzorger het best geschikt om rustig en op zijn gemak eten te geven. Een goede maaltijdbegeleiding duurt al gauw een half uur." Participerende mantelzorgers ontvangen van Maria Middelares gratis maaltijden tijdens hun aanwezigheid en een reductie op het parkeertarief. Om oneigenlijk gebruik tegen te gaan, is bij opname van de persoon met dementie voorzien in een eenvoudige, informatica- loze badge. Daarmee kunnen ze zich identificeren. Vankerkhoven: "De gegevens staan ook genoteerd in het EPD zodat de verpleegkundigen op de hoogte zijn. Bij ontslag geven ze de badge, één per patiënt, terug. Vanzelfsprekend laten we geen vijf of zes mantelzorgers toe. Familieleden kunnen onderling afspreken en de badge doorgeven zodat de ene dag de broer kan komen, de volgende dag de zus." Aansluitend ontwikkelde het ziekenhuis een 'paspoort' gebaseerd op het 'moodbord' dat het UZ Gent hanteert. Vankerkhoven: "Dat paspoort is een soort foto van de persoon met dementie. De mantelzorger vult het document - al dan niet digitaal - in, het wordt opgenomen in het EPD en aan het bed van de patiënt gehangen. Zo is iedere medewerker met een therapeutische relatie op de hoogte." Het paspoort bevat persoonlijke gegevens: verkiest de persoon met dementie ' Thuis' boven ' Familie'? Dut hij liever in de zetel dan in bed? "Zo kennen de zorgverleners de gewoontes van de patiënt. Dat kan verwardheid, onrust voorkomen. Educatie gaat dus in twee richtingen: de mantelzorger leert bij maar de verpleegkundigen evenzeer."