...

"Ik heb geen klassiek professioneel traject gelopen", start Sabien Fevery haar verhaal. "Ik ben als arts afgestudeerd in 1996 en ben samen met mijn man (dr. Joris Ceulemans) gestart met een opleiding algemene heelkunde. Na de geboorte van onze oudste dochter ben ik gaan werken in het labo Experimentele Transplantatie van professor Waer. Daar heb ik ook gedoctoreerd in de biomedische wetenschappen. Vandaag werk ik in het labo voor Allergie en Klinische Immunologie van UZ Leuven, bij professor Bullens." Door de jaren is dr. Fevery alsmaar minder gaan werken. "Drie jaar geleden begon het te kriebelen. Ik haalde veel voldoening uit het begeleiden van studenten, ik wilde opnieuw meer werken nu de kinderen ouder zijn, dus was voor de klas staan voor mij een logische stap. Zo ben ik drie jaar geleden gestart als leerkracht natuurwetenschappen in Puurs. Dit schooljaar geef ik les in Ursulinen Mechelen." In Mechelen heeft dokter Fevery bewust gekozen voor TSO. "In Puurs heb ik lesgegeven in ASO- en TSO-richtingen. Dan zijn de TSO-klassen een grotere uitdaging. Sommige leerlingen, van diverse achtergrond, zitten vaak in een watervalsysteem: ze zijn daar beland omdat ze voor andere richtingen zijn gezakt of hebben soms een lager zelfbeeld. Sommigen denken dat ze niets kunnen, maar dat klopt niet. Hen alsnog kunnen motiveren om zich te herpakken is voor mij echt een meerwaarde." "Ik krijg ook ontzettend veel terug van leerlingen. Feedback over je les krijg je direct, je weet meteen of je het goed uitlegt of niet. Maar als ik zie hoe hard ze hun best doen, dan ben ik heel fier op hen. Ik vind het een uitdaging om hen mee te krijgen in mijn verhaal, ook al moet ik daarvoor buiten mijn comfortzone treden. Dat doet me zelf ook groeien als mens." Onderschat de impact van corona ook niet, benadrukt dokter Fevery. "De pandemie heeft een gigantische kloof blootgelegd: er zijn heel wat verdoken problemen bij die jongeren waarvan wij als begoede burgers vaak geen idee hebben en waar de school wel oplossingen probeert aan te reiken. Mijn achtergrond als arts geeft me echter een opmerkzaam oog en maakt de drempel voor 'mijn' leerlingen hopelijk minder hoog om me aan te spreken of te antwoorden op mijn vraag uit bezorgdheid." En, stelt de leerkracht: "Ik leg de lat niet laag, hè. En ik ben streng, ja. Maar ik probeer hen ook uit te leggen waarom. Als ik vraag om een opdracht in een mapje te stoppen of ik verbeter schrijffouten, dan roept dat in eerste instantie weerstand op. Maar als ik hen uitleg dat een sollicitatiebrief met fouten onderaan de stapel belandt of een opdracht maar half afwerken je je job kan kosten, dan ben je ook een stukje aan het opvoeden. Net zoals bij mijn kinderen probeer ik leerlingen aan te leren voor zichzelf op te komen, maar dat moet wel op een gepaste manier gebeuren. Niet alleen ik, meerdere oudere leerkrachten hebben diezelfde reflex. Als je er dan toch in slaagt om die jongeren in dat cruciale vijfde jaar mee te krijgen en hen dingen kunt laten doen waarvan ze zelf dachten dat ze dat nooit zouden kunnen: dat geeft zoveel energie. Ik hoop dat ik met mijn leeftijd, levenservaring en verhalen uit het echte leven als zij-instromer dat tikkeltje extra voor hen kan betekenen." Zij-instromers moeten, los van hun professionele achtergrond, een educatief diploma halen. Maar de opdrachten en examens zijn soms kafkaiaans, zo blijkt. "Ik heb gedoctoreerd, ik breng een pak levenservaring mee, wij worden geacht flexibel te zijn. Maar als puntje bij paaltje komt, krijg ik als MD Ph geen vrijstelling voor de verkorte masterproef. Op maat gemaakte trajecten kunnen niet, dus kies ik vakken in functie van de faciliteiten, niet omwille van de inhoud. Dat is een totaal foute insteek en toont hoe weinig flexibel het systeem is. Minister Weyts mag wel beweren dat er veel zij-instromers zijn, maar van mijn mede-masterstudenten hebben er verschillende afgehaakt en wie het diploma wel behaalde, staat niet voor de klas. Terwijl de lesopdrachten niet schaars zijn", klinkt het streng. "Dit gezegd zijnde, mijn stages waren wel heel zinvol." En dan is er nog het heikele thema van de vergoeding. Vergeleken met het loon dat ze krijgt op het labo verdient Sabien als leraar procentueel veel minder, voor soms even hard werken. Na het behalen van het pedagogische diploma stijgt de verdienste wel, maar ze wacht nog steeds op de beloofde anciënniteit. En toch heeft ze helemaal geen spijt van haar keuze om in het onderwijs te stappen: "Ik heb de voorbije jaren heel hard gewerkt voor weinig geld. Maar voor de klas staan maakt me heel erg gelukkig."