...

Vandaag hebben de patiënten thuis recht op een zogenaamd 'palliatief forfait'. Dat bedraagt 750 euro en kan hoogstens twee keer worden toegekend.Drie maandenOm recht te hebben op dit forfait moet de patiënt zijn huisarts een attest laten opmaken. Dat geeft aan dat een aantal voorwaarden zijn vervuld. Onder meer moet de levensverwachting van de patiënt nog maximum drie maanden bedragen.Dat laatste is een voorwaarde die overigens alleen geldt om recht te hebben om de ondersteuning. Bij de definitie van palliatieve patiënt die de Belgische wetgever zelf hanteert, is dat soort beperking niet opgenomen.Om het attest op te maken, moet de huisarts van de wetgever gebruik maken van enkele tools: PICT-1 en PICT-2. Met name de laatste tool dient om het juiste niveau van behoefte aan ondersteuning in te schatten, en is bepalend voor het recht van de patiënt op het palliatieve forfait.Nieuw inschattingsinstrument?Gebleken is dat de PICT-2 eigenlijk de behoefte van de patiënt niet erg precies inschat - die zijn ook erg wisselend. Bovendien is de inschatting van de juist levensverwachting van de patiënt toch wel moeilijk te maken. De voorwaarde dat die maar drie maanden meer mag verwachten, maakt dat patiënten pas veel te laat recht krijgen op de ondersteuning - of dat ze die zelfs volledig mislopen.De Federale Evaluatiecel Palliatieve Zorg vroeg het KCE om te onderzoeken hoe het RIZIV de financiële steun beter kan afstemmen op de ernst en complexiteit van de situatie van de patiënt.Maar het Kenniscentrum vindt geen pasklaar antwoord. Het bestudeerde de bestaande tools. Het keek naar hoe verschillende andere landen deze kwestioe aanpakken en welke tools zij gebruiken. Het pleegde overleg met professionals uit de palliatieve zorg, patiëntenverenigingen en overheidsinstellingen.Geen enkel onderzochte tool kan is genoeg wetenschappelijk onderbouwd om de patiënten te verdelen in de categoriën die de Belgische overheid wil hanteren. Eisen van gebruiksvriendelijkheid, flexibiliteit en snel implementeerbaarheid zorgen daarnaast nog voor belangrijke obstakels.Steun is wel erg belangrijkMaar kon Kenniscentrum geen afdoend antwoord uit zijn mouw schudden, het formuleerde toch een aantal belangrijke sporen voor een aanpassing van het systeem.Zo zijn de behoeften van patiënten onlosmakelijk verbonden met die van de mensen rondom hen (de familie en het zorgteam). Daarom moet de inschatting gebeuren op het niveau van de volledige entourage. De huidige steun die het RIZIV biedt blijkt bijzonder waardevol. Niet alleen is behoud ervan meer dan wenselijk - de steun wordt momenteel niet voldoende benut en uitbreiding ervan moet worden onderzocht.De palliatieve patiënt in de juiste categorie onderbrengen is een complex opdracht, en zal soms ook moeten worden herhaald. Dat vraagt veel inspanning en tijd van de zorgverleners - maar vandaag wordt dat nog steeds niet vergoed (er is alleen een vergoeding voor de arts die een vroegtijdige zorgplanning uitvoert). Er moet ook rekening mee gehouden worden dat deze evaluatie voor de patiënt erg belastend is; vooral als die bij herhaling moet gebeuren.Het KCE stelt verder verschillende methodes voor voor de ontwikkeling van een evaluatiesysteem waarmee het RIZIV en andere bevoegde instanties de financiële steun beter kunnen afstemmen. Een bestaand instrument kan voor deze opdracht verder worden geperfectionneerd - een dat al in België gebruikt wordt (PICT, Belrai) of een uit het buitenland. Een volledig nieuw model op maat kan ontwikkeld worden.Opdat het praktisch haalbaar en aanvaardbaar zou zijn voor de mensen op het terrein, moet er rekening worden gehouden met aandachtspunten die het KCE naar voren haalt.KCE Report 367As