...

Dat staat te lezen in een wet die De Kamer donderdag 29 oktober goedkeurde. De bepalingen werden als amendement toegevoegd aan een wet over een tijdelijke regeling voor de arbeidsongeschiktheid bij zelfstandigen, die die dag in de plenaire vergadering in behandeling was.De wet richt een ad hoc-commité binnen de FOD Volksgezondheid die de capaciteit vastlegt die ziekenhuizen moeten reserveren voor covidpatiënten, inclusief de specifieke capaciteit op intensive care.De hoofdarts zorgt voor de nodige maatregelen om dit uit te voeren en bewaakt daarbij de patiëntveiligheid. De ziekenhuisartsen verlenen hun medewerking. De hoofdarts kan desnoods wel afwijken van de richtlijn van de ad hoc-commité maar moet dat motiveren.De wet regelt ook dat, wanneer een ziekenhuis niet over voldoende capaciteit meer beschikt, het patiënten naar een ander ziekenhuis kan laten overbrengen. De hoofdarts kan, bij een urgentie, daartoe de beslissing nemen zonder voorafgaande toestemming van de patiënt of zijn vertegenwoordiger.De wet wordt van kracht van zodra ze in het Staatsblad verschijnt en blijft geldig tot eind juni 2021.Reactie van BVASDe BVAS juicht het toe dat hoofdartsen "een instructierecht krijgen om het opnamebeleid en de transfers van patiënten naar andere ziekenhuizen met meer gezag te regelen.""Zo kan bijvoorbeeld vermeden worden dat een geplande transfer op het laatste moment geannuleerd worden omdat de familie van de patiënt verzet aantekent", luidt het.BVAS is ook tevreden dat de regering geen specifieke maatregelen heeft genomen om niet-dringende zorg binnen of buiten de ziekenhuizen uit te stellen. Al worden met name de ziekenhuizen daar op dit moment in de praktijk toch vaak toe gedwongen.Advies OrdeDe Orde van Artsen reageert ook op de nieuwe bepalingen met een advies dat de bevoegdheid van de hoofdarts om te waken over een efficiënte aanpak van de crisis onderschrijft.In de crisissituatie waarin de pandemie ons heeft gebracht wordt het onontbeerlijk om de zorg te plannen en om eventueel niet-essentiële zorg uit te stellen, stelt de Orde. "Deze beslissingen moeten rationeel genomen worden, volgens doordachte en transparante criteria. De toepassing van deze criteria komt toe aan de hoofdarts en de coördinatiecel", schrijft de Orde verder. "Het is de deontologische plicht van elke arts om bij te dragen tot een optimale verdeling van de beschikbare middelen. Daartoe is het nodig om de beslissingen van de hoofdarts en de coördinatiecel te aanvaarden en loyaal uit te voeren." "Indien men het met deze beslissingen niet eens is, dan kan met argumenten en in het belang van de patiënten om een herziening gevraagd worden. Het ontwijken van deze beslissingen is deontologisch niet aanvaardbaar."