...

In tegenstelling tot wat De Morgen afgelopen weekend deed, hebben wij het niet over brutolonen, geschat op basis van aan het Riziv gefactureerde prestaties. Onze cijfers zijn maandelijkse nettobedragen, opgegeven door onze lezers.Uit onze enquête blijkt dat de inkomens fel schommelen. De helft van de respondenten aan onze bevraging (52%) zegt maandelijks minder dan 4.500 euro netto te verdienen.Zo'n 14% van de bevraagde artsen verdienen minder dan 2.500 euro, 22% tussen 2.500 en 3.500 euro, 16% tussen 3.500 en 4.500 euro, 10% tussen 4.500 en 5.500 euro, 5% tussen 5.500 en 6.500 euro, 4% tussen 6.500 en 7.500 euro, 3% tussen 7.500 en 8.500 euro en 6,5% meer dan 8.500 euro.De meerderheid van de huisartsen (86%) en van de specialisten (76%) in opleiding verdienen minder dan 2.500 euro netto.Inkomens boven de 4.500 euro vinden we vaker terug bij specialisten dan bij huisartsen. Zo zeggen 10% van de specialisten die aan onze enquête deelnamen dat ze meer dan 8.500 euro netto per maand verdienen, tegenover 4% van de geaccrediteerde huisartsen.Geen verrassing: onze enquête leert dat vrouwelijke artsen minder verdienen dan de mannelijke collega's. 68% van de vrouwelijke respondenten zeggen minder dan 4.500 euro netto te verdienen, tegenover 44% van de mannen. Daar staat tegenover dat 7% van de vrouwelijke collega's meer verdienen dan 6.500 euro, versus 18% van de mannelijke artsen. Vrouwen lijken wel minder schroom te hebben om over geld te praten: 87% van hen hebben op onze vraag geantwoord, tegenover 80% van de mannen.Deze bedragen vergelijken met de berichtgeving in De Morgen is moeilijk. De krant had het, op basis van Rizivgegevens uit 2015, over brutolonen voor ziekenhuisspecialisten die schommelen tussen 52.000 en 284.000 euro per jaar in Brussel, en tussen 76.000 en 314.000 euro per jaar in Vlaanderen. 'Eén specialist op de zes verdient meer dan de premier', kopte de krant.We willen geen appelen met peren vergelijken, maar de cijfers die wij publiceren geven een idee van het inkomen waarover artsen werkelijk beschikken en van hun koopkracht.Zowat 44% van de artsen zeggen dat hun inkomen de laatste vijf jaar niet gestegen is, 35% menen van wel. En 21% van de bevraagde artsen zeggen dat hun inkomen gedaald is.Over inkomens delen jongere artsen niet de mening van hun oudere collega's. Artsen jonger dan 40 jaar zeggen dat hun inkomen de afgelopen vijf jaar steeg, terwijl de 45-64-jarigen stellen dat hun inkomen stagneerde en artsen van 65 jaar of meer dat hun inkomen daalde. Dat perceptieverschil is geen verrassing: bij het begin van hun loopbaan neemt het aantal patiënten toe (voor de leeftijd van 45 jaar) om daarna te stabiliseren en na het pensioen te dalen.