...

Dat staat in de langverwachte hervormingsplannen voor de ziekenhuisfinanciering van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Hij stelde ze vorige vrijdag voor aan de sector. Vanzelfsprekend verandert de tanker niet meteen van koers, stelt de nota. Wel is het de bedoeling om de fundamenten te leggen voor een meerjarenaanpak. Waarbij de financiering van de ziekenhuizen op zich belangrijk is maar de vergoedingswijze van de artsen en de samenwerking tussen ziekenhuizen onderling en met de eerste lijn evenzeer. Momenteel is de berekening van het ziekenhuisbudget bijzonder ingewikkeld en weinig transparant. Correcties volgen vaak pas jaren later. Vandenbroucke wil de financiering helder krijgen door in de toekomst aan elk ziektebeeld- hartinfarct, appendicitis... - een forfaitair bedrag toe te kennen. Dat bedrag, de 'all-in pathologieforfait' per opname, is de som geld nodig om goede zorg te kunnen verstrekken. Het omvat alle kosten behalve de professionele verloning van de arts. Tegen 2024 zou de berekening van de forfaits per pathologie rond moeten zijn. Volgens het kabinet vermindert dit model de neiging tot overconsumptie. Het zal leiden tot een vernieuwde samenwerking tussen artsen en ziekenhuizen. Geld staat niet langer centraal, wel de noden van de patiënten, de zorgorganisatie én de kwaliteit. Het ereloon splitst Vandenbroucke in een deel werkingskosten en een deel professionele vergoeding. Wat precies onder de twee delen valt, wordt globaal en objectief vastgelegd. Individuele onderhandelingen tussen artsen en ziekenhuizen zijn dus niet langer nodig. Op financieel vlak hoeven ziekenhuizen helemaal niets meer te vragen aan de artsen. Samen beslissen moet wel het doel blijven en het zou niet de bedoeling zijn dat artsen niets meer te zeggen hebben.