Examenperiode. Dit woord wekt ongetwijfeld bij iedereen emoties op. Spanning, weerzin, machteloosheid, vermoeidheid, mogelijk zelfs wat plezier (hoewel dat laatste een gevoel is dat ik persoonlijk niet in de lijst van de door dit woord opgewekte emoties terugvind). Ieder onder ons heeft er zelf herinneringen over. Velen van ons worden er nog jaarlijks mee geconfronteerd. Omdat de spruitjes er thuis door geplaagd worden of omdat je zelf een plaagstok werd (lees: examinator).

Ook bij ons is het niet anders. Zij het wel dubbel: zowel slachtoffers als plaagstok leven in de examenperiode onder één dak. Enfin, leven - soort van. Onze drie kinderen sluiten zich hier immers al enkele weken op in hun kamers. Dat geeft echt 'teveel' rust. We missen hen... hele dagen zijn ze totaal ingebed in hun 'boeken' (beweren ze). Deze zijn vandaag inderdaad grotendeels door computers vervangen. Dat heeft zeker voordelen: ze kunnen lessen herbekijken, contacteren hun vrienden, delen informatie, zoeken op, helpen mekaar, oefenen en zijn bijzonder interactief.

Dat was uiteraard helemaal anders 'vroeger'. Toen ik geneeskunde studeerde, hadden we amper cursussen. Noteren in de les was onze voornaamste bron. Ik kreeg er een kromme middenvinger van. Geen gsm, een plukje computer in de beginschoenen: hierop kon je hooguit een kaartje leggen tussen twee studieperiodes in.

Nu - naïef ben ik niet - wordt er ongetwijfeld gebinchewatched tijdens korte pauzes. Dat lijkt me toch het geval als ik de computerschermen in een flits observeer tijdens een - veelal weinig gewaardeerd - onverwacht bezoekje aan de zweetkamers. Ik vroeg me al meermaals af of hersenen kunnen zweten?

Ook in het studeren is er weliswaar een generatiekloof, naar mijn aanvoelen zelfs bijzonder groot. Door de middelen die ter beschikking staan, kennistoename, omgeving en de mentaliteit. Soms is dit schrikwekkend, vervreemdend zelfs, maar ook te bewonderen en omarmen.

Tijden veranderen. Maar misschien minder dan we denken.

Sommige collega-professoren hekelen lesopnames. Uit schaamte? Voor geheimhouding? Voor aanwezigheidspolitiek in de lessen? Voor mij is het simpel: naast het feit dat ik graag geïnteresseerde interactieve studenten in de les heb (desnoods minder in aantal), waardeer ik ook feedback over mijn lesinhoud en technieken. Tenslotte: het beter verwerven van (essentiële) kennis, tot aan de perfectie, kan toch enkel een droom zijn van elke docent?

Maar dit betekent niet dat studenten 'gepamperd' worden, zoals generatieklovers al eens beweren. Ik heb de indruk dat de hedendaagse jeugd het net veel ernstiger neemt en zo mogelijk zelfs meer stress heeft dan onze generatie destijds. Ze vertonen faalangst, de latten liggen blijkbaar minstens even hoog en de verwachtingen van de maatschappij ook.

Daar waar ik ontspannend in de tuin studeerde, afwisselend met koele kelders, de living achter de kijkbuis en ja, soms zelfs aan mijn bureel, de notitiemappen sluitende ten laatste om 12u, heb ik nu de indruk dat ze zich werkelijk opsluiten als in een retraite. Ik zocht de universiteitsbibliotheek al eens op om de eenzame rust te genieten. Vandaag doet de jeugd dit ook al eens, maar zitten studerenden daar met tientallen samen in stille troepen achter de laptops.

Tijden veranderen. Maar misschien minder dan we denken. Want in volle paniek door studiestress en faalangst (om de onbereikbare perfectie niet te halen?) loopt de oudste al eens naar onze buurvrouw, mijn mama. Die vertelt hen met veel plezier hoe ook ík destijds panikeerde, faalangst had en iedereen op stelten joeg. Ik ontken dat echter steevast in alle talen. Mogelijk heb ik het (on)bewust verdrongen.

In alle mildheid doe ik pogingen het me toch te herinneren, wanneer studenten in marathons aan mijn confrontatietafel verschijnen voor mondelinge examens. Waar ik een fijn praatje met hen probeer te hebben en ze zich kunnen bewijzen. Met weerom nieuwe vragen die ik elk jaar weer ineen puzzel, wetende dat ze telkens online verschijnen binnen het uur nadat examens werden afgelegd. Ze hebben een sterk getraind geheugen, onze vlijtige studenten. Het hersenzweet werpt zijn vruchten af.

Examenperiode. Dit woord wekt ongetwijfeld bij iedereen emoties op. Spanning, weerzin, machteloosheid, vermoeidheid, mogelijk zelfs wat plezier (hoewel dat laatste een gevoel is dat ik persoonlijk niet in de lijst van de door dit woord opgewekte emoties terugvind). Ieder onder ons heeft er zelf herinneringen over. Velen van ons worden er nog jaarlijks mee geconfronteerd. Omdat de spruitjes er thuis door geplaagd worden of omdat je zelf een plaagstok werd (lees: examinator).Ook bij ons is het niet anders. Zij het wel dubbel: zowel slachtoffers als plaagstok leven in de examenperiode onder één dak. Enfin, leven - soort van. Onze drie kinderen sluiten zich hier immers al enkele weken op in hun kamers. Dat geeft echt 'teveel' rust. We missen hen... hele dagen zijn ze totaal ingebed in hun 'boeken' (beweren ze). Deze zijn vandaag inderdaad grotendeels door computers vervangen. Dat heeft zeker voordelen: ze kunnen lessen herbekijken, contacteren hun vrienden, delen informatie, zoeken op, helpen mekaar, oefenen en zijn bijzonder interactief.Dat was uiteraard helemaal anders 'vroeger'. Toen ik geneeskunde studeerde, hadden we amper cursussen. Noteren in de les was onze voornaamste bron. Ik kreeg er een kromme middenvinger van. Geen gsm, een plukje computer in de beginschoenen: hierop kon je hooguit een kaartje leggen tussen twee studieperiodes in.Nu - naïef ben ik niet - wordt er ongetwijfeld gebinchewatched tijdens korte pauzes. Dat lijkt me toch het geval als ik de computerschermen in een flits observeer tijdens een - veelal weinig gewaardeerd - onverwacht bezoekje aan de zweetkamers. Ik vroeg me al meermaals af of hersenen kunnen zweten?Ook in het studeren is er weliswaar een generatiekloof, naar mijn aanvoelen zelfs bijzonder groot. Door de middelen die ter beschikking staan, kennistoename, omgeving en de mentaliteit. Soms is dit schrikwekkend, vervreemdend zelfs, maar ook te bewonderen en omarmen.Sommige collega-professoren hekelen lesopnames. Uit schaamte? Voor geheimhouding? Voor aanwezigheidspolitiek in de lessen? Voor mij is het simpel: naast het feit dat ik graag geïnteresseerde interactieve studenten in de les heb (desnoods minder in aantal), waardeer ik ook feedback over mijn lesinhoud en technieken. Tenslotte: het beter verwerven van (essentiële) kennis, tot aan de perfectie, kan toch enkel een droom zijn van elke docent?Maar dit betekent niet dat studenten 'gepamperd' worden, zoals generatieklovers al eens beweren. Ik heb de indruk dat de hedendaagse jeugd het net veel ernstiger neemt en zo mogelijk zelfs meer stress heeft dan onze generatie destijds. Ze vertonen faalangst, de latten liggen blijkbaar minstens even hoog en de verwachtingen van de maatschappij ook.Daar waar ik ontspannend in de tuin studeerde, afwisselend met koele kelders, de living achter de kijkbuis en ja, soms zelfs aan mijn bureel, de notitiemappen sluitende ten laatste om 12u, heb ik nu de indruk dat ze zich werkelijk opsluiten als in een retraite. Ik zocht de universiteitsbibliotheek al eens op om de eenzame rust te genieten. Vandaag doet de jeugd dit ook al eens, maar zitten studerenden daar met tientallen samen in stille troepen achter de laptops.Tijden veranderen. Maar misschien minder dan we denken. Want in volle paniek door studiestress en faalangst (om de onbereikbare perfectie niet te halen?) loopt de oudste al eens naar onze buurvrouw, mijn mama. Die vertelt hen met veel plezier hoe ook ík destijds panikeerde, faalangst had en iedereen op stelten joeg. Ik ontken dat echter steevast in alle talen. Mogelijk heb ik het (on)bewust verdrongen.In alle mildheid doe ik pogingen het me toch te herinneren, wanneer studenten in marathons aan mijn confrontatietafel verschijnen voor mondelinge examens. Waar ik een fijn praatje met hen probeer te hebben en ze zich kunnen bewijzen. Met weerom nieuwe vragen die ik elk jaar weer ineen puzzel, wetende dat ze telkens online verschijnen binnen het uur nadat examens werden afgelegd. Ze hebben een sterk getraind geheugen, onze vlijtige studenten. Het hersenzweet werpt zijn vruchten af.