...

Een arrest van het Gerecht van de Europese Unie vernietigde op 28 oktober 2020 de beslissing van de Europese Commissie tot weigering een vergunning voor het in de handel brengen van het geneesmiddel voor menselijk gebruik Aplidin-plitidipsine. De Code Goede Praktijken van het Europees Geneesmiddelenagentschap verbiedt namelijk dat personen die een functie uitoefenen in een farmaceutisch bedrijf hun medewerking verlenen bij het beoordelen van een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel. Op die manier wil men belangenconflicten vermijden. Bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag waren in dit geval personen betrokken met een functie in een universitair ziekenhuis. Het Gerecht van de EU oordeelde dat ook deze personen onder de verbodsbepaling van de gedragscode vallen.Enkele lidstaten gingen tegen de beslissing van het Gerecht in beroep bij het Europees Hof voor Justitie. Het Hof vernietigde in een arrest van 22 juni 2023 de beslissing van het Gerecht.Volgens het Hof is het strijdig met het Europees recht om een universitair ziekenhuis gelijk te stellen met een farmaceutisch bedrijf. Een UZ heeft een drievoudige taak: zorg, onderwijs en onderzoek. Universiteiten en UZ's houden zich hoofdzakelijk -en krachtens de wet in de regel- bezig met wetenschappelijk onderzoek zonder winstoogmerk. Het belang van de gezondheid staat voorop.Bij hun onderzoek zijn UZ's onderworpen aan een reeks strikte ethische normen. Ze zijn niet betrokken bij het in de handel brengen van geneesmiddelen. Daarom besliste het Hof de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht. Dat zal nu opnieuw een uitspraak moeten doen over de weigeringsbeslissing van de Europese Commissie.