...

Het businessmodel voor generische geneesmiddelen staat onder druk, zegt Joris Van Assche van Medaxes, de Belgische koepelorganisatie van makers van generische en biosimilaire geneesmiddelen."Generische geneesmiddelen vragen een goed evenwicht tussen prijs en volume. Die zijn gelinkt: hoe hoger het volume, hoe lager je kan gaan in prijs. Maar als het volume te laag wordt, geraak je in de problemen. En het wordt eveneens moeilijk als de prijs erodeert zonder dat daar volumegroei tegenover staat. Dan worden bepaalde geneesmiddelen niet meer aangeboden." Volgens cijfers van Medaxes zijn op twee jaar meer dan 800 generische geneesmiddelen van de markt verdwenen, of meer dan een per dag. Van Assche waarschuwt voor de toekomst van de sector. "Generische geneesmiddelen zijn belangrijk om onze gezondheidszorg betaalbaar te houden. We zorgen ervoor dat er concurrentie komt en de prijzen van geneesmiddelen dalen. We hebben uitgerekend wat het gevolg zou zijn als er geen generische geneesmiddelen meer zouden zijn: dan zou het geneesmiddelenbudget met bijna twee miljard euro per jaar moeten stijgen. Men staat er niet meer bij stil, maar generische geneesmiddelen zorgen voor een permanente besparing." Van Assche wijst erop dat geneesmiddelenprijzen in België bevroren zijn of zelfs verlaagd worden. Tussen 2011 en 2021 daalde de gemiddelde prijs voor generische geneesmiddelen met 37%. In diezelfde periode steeg de algemene consumptieprijsindex met 19%, en de productieprijsindex zelfs met 28,6%. "Er zal dit jaar wel een indexatie van de publieksprijs komen, maar die indexatie heeft alleen betrekking op de afleveringsvergoeding voor de apotheker. Ik heb daar alle begrip voor, maar fabrikanten kunnen de indexering van lonen en de stijgende grondstoffen- en energieprijzen niet doorrekenen. Ik wil niet veralgemenen, maar bepaalde grondstoffen zijn dubbel of drie keer zo duur geworden. In een sector die sowieso al in het segment van lage prijzen zit, weegt dat sterk door. Vanuit het beleid zal daar op korte termijn een oplossing voor moeten gevonden worden. Ik heb er goede hoop op dat dit zal gebeuren in de context van het Pact of daarnaast." Joris Van Assche wijst ook op twee systeemfouten in het Belgische model. "De regulatoire kosten van een geneesmiddel zijn bijzonder hoog en wegen daardoor in verhouding zwaar op laag geprijsde geneesmiddelen. Ik heb alle respect voor het werk van het FAGG, maar de manier waarop bepaalde algemene onkosten gefinancierd worden, is moeilijk werkbaar voor off-patent en generieke geneesmiddelen. Ik heb er echter alle hoop op dat dit in de toekomst zal aangepast worden." Een ander pijnpunt zijn de managed entry agreements, waarbij nieuwe octrooigeneesmiddelen op de markt komen via een geheim contract. "We begrijpen dat deze confidentialiteit soms de enige manier is om een innovatief product naar de Belgische patiënt te brengen. Maar we zien dat die geheime contracten vaak telkens weer verlengd worden, ook als er generieke of biosimilars aan de einder opduiken. Je krijgt dan de vreemde situatie dat je als maker van generische geneesmiddelen niet eens weet tegen welke prijs je moet concurreren als het octrooi is afgelopen. Omdat noch de referentieprijs noch het volume gekend zijn, is het moeilijk om je business case te maken. Er moet dus dringend een kader komen voor generische versies van deze contractgeneesmiddelen, want anders dreigen er geen goedkope alternatieven voor op de markt te komen." Toch is Joris Van Assche hoopvol voor de toekomst. "In de sector van de generieken is er echt ruimte voor ondernemerschap. Ik heb veel respect voor de manier waarop octrooigeneesmiddelenbedrijven worden georganiseerd, maar bij onze leden proef je toch meer de entrepreneur-spirit. Ze moeten zich vanuit een moeilijke positie een plaatsje veroveren in een concurrentiële wereld."