Een jaar geleden haalde een virus ons leven overhoop, het leven van ons allemaal: van baby tot hoogbejaarde. Wie in een woonzorgcentrum verbleef, liep een hoog risico op besmetting en overlijden en nog meer dan voor ieder van ons was het leven van deze bewoners uiterst beperkt.

Bezoek was vaak volledig verboden. Sociale contacten zijn voor mensen in hun laatste levensfase des te belangrijker. Het stopzetten van bezoek had dan ook een grote invloed op hun gemoed en hun algemeen welzijn.

Vandaag zijn woonzorgcentra, dankzij de vaccinaties, gelukkig veiligere havens en krijgen de bewoners opnieuw meer vrijheid. Dat bewoners niet altijd bevraagd werden over bezoekregelingen en andere beperkende maatregelen die werden genomen om het virus buiten te houden, heeft het imago van onze woonzorgcentra ernstige schade berokkend.

Wat onze ouderen in woonzorgcentra overkwam, deed ons allemaal nog meer nadenken over hoe we onze oude dag willen doorbrengen. Voormalig radio- en televisiepresentator Zaki riep via een Facebook-bericht op om meer te luisteren naar de oudere generatie. Hij ijvert ook voor een andere aanpak in woonzorgcentra: "Mijn generatie, de babyboomers, komt eraan. De visie die vandaag heerst in woonzorgcentra, is niet de juiste voor de toekomst."

Hij heeft gelijk. Ouderen zullen veranderen. Ze zullen langer gezond blijven, hoger opgeleid en digitaal vaardiger zijn. Ook de diversiteit onder ouderen zal toenemen.

Het zullen de ouderen zelf zijn die finaal beslissen welke opvangvormen blijven bestaan

Daarnaast is de huidige infrastructuur van de woonzorgcentra voor de babyboomers weinig aantrekkelijk. Velen geven dan ook de voorkeur aan kleinschaligere woonvormen. Ouderen kijken met enige jaloezie naar formules voor personen met een handicap zoals de Thomashuizen, de VillaVips en initiatieven die met een persoonsvolgend budget zorg op maat organiseren.

Wat ons allen het meest bekommert voor onze oude dag is onze vrijheid: opstaan en gaan slapen wanneer we dat willen, zelf bepalen wat we eten, onze sociale contacten onderhouden, onze hobby's blijven doen. Daar wringt het schoentje vaak in woonzorgcentra.

Er is verplegend en verzorgend personeel, maar hun tijd is zo beperkt dat er maar weinig tijd overblijft voor de ondersteuning van ouderen in hun dagelijks leven. Op vlak van personeelsbezetting moeten we ook naar profielen zoeken die mensen ondersteunen in hun dagelijkse niet-medische activiteiten. Geen eenheidsworst meer, alles gebeurt zoveel mogelijk in samenspraak met de bewoner en er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met zijn/haar behoeften en wensen.

Ik zie de persoonsvolgende financiering als een opportuniteit. Een opportuniteit voor kleinschalige initiatieven waar de oudere met zijn budget zelf zijn zorg en diensten samenstelt

Er is vanuit het werkveld veel kritiek op de persoonsvolgende financiering die gezien wordt als een bedreiging. Ik zie de persoonsvolgende financiering als een opportuniteit. Een opportuniteit voor kleinschalige initiatieven waar de oudere met zijn budget zelf zijn zorg en diensten samenstelt.

Gaan met deze alternatieven de woonzorgcentra op de schop? Nee, op voorwaarde dat ze zich aanpassen aan de noden en de wensen van de bewoners. De nodige innovatie, flexibiliteit en regelluwte is daarbij van cruciaal belang. De overheid mag dit niet in de weg staan. Vandaag is er naar mijn mening soms 'te veel overheid'. Het is haar taak om de financieringsregels en de contouren uit te werken. Ze moet echter niet de plaats innemen van organisaties en professionals, maar bakens uitzetten en controleren of alles op een correcte manier gebeurt.

Er zijn nu al woonzorgcentra die diensten aanbieden aan zelfstandig thuiswonende ouderen om hen zo lang mogelijk veilig, gezond en gelukkig thuis te laten wonen. Ze werken daarbij samen met de gezinszorg, thuisverpleging en andere zorgverstrekkers en maken samen met de oudere en de mantelzorgers een plan op maat.

De toekomst van de ouderenzorg is er dus een van vele opvangvormen. Het zullen de ouderen zelf zijn die finaal beslissen welke opvangvormen blijven bestaan.

Een jaar geleden haalde een virus ons leven overhoop, het leven van ons allemaal: van baby tot hoogbejaarde. Wie in een woonzorgcentrum verbleef, liep een hoog risico op besmetting en overlijden en nog meer dan voor ieder van ons was het leven van deze bewoners uiterst beperkt. Bezoek was vaak volledig verboden. Sociale contacten zijn voor mensen in hun laatste levensfase des te belangrijker. Het stopzetten van bezoek had dan ook een grote invloed op hun gemoed en hun algemeen welzijn. Vandaag zijn woonzorgcentra, dankzij de vaccinaties, gelukkig veiligere havens en krijgen de bewoners opnieuw meer vrijheid. Dat bewoners niet altijd bevraagd werden over bezoekregelingen en andere beperkende maatregelen die werden genomen om het virus buiten te houden, heeft het imago van onze woonzorgcentra ernstige schade berokkend.Wat onze ouderen in woonzorgcentra overkwam, deed ons allemaal nog meer nadenken over hoe we onze oude dag willen doorbrengen. Voormalig radio- en televisiepresentator Zaki riep via een Facebook-bericht op om meer te luisteren naar de oudere generatie. Hij ijvert ook voor een andere aanpak in woonzorgcentra: "Mijn generatie, de babyboomers, komt eraan. De visie die vandaag heerst in woonzorgcentra, is niet de juiste voor de toekomst."Hij heeft gelijk. Ouderen zullen veranderen. Ze zullen langer gezond blijven, hoger opgeleid en digitaal vaardiger zijn. Ook de diversiteit onder ouderen zal toenemen.Daarnaast is de huidige infrastructuur van de woonzorgcentra voor de babyboomers weinig aantrekkelijk. Velen geven dan ook de voorkeur aan kleinschaligere woonvormen. Ouderen kijken met enige jaloezie naar formules voor personen met een handicap zoals de Thomashuizen, de VillaVips en initiatieven die met een persoonsvolgend budget zorg op maat organiseren. Wat ons allen het meest bekommert voor onze oude dag is onze vrijheid: opstaan en gaan slapen wanneer we dat willen, zelf bepalen wat we eten, onze sociale contacten onderhouden, onze hobby's blijven doen. Daar wringt het schoentje vaak in woonzorgcentra. Er is verplegend en verzorgend personeel, maar hun tijd is zo beperkt dat er maar weinig tijd overblijft voor de ondersteuning van ouderen in hun dagelijks leven. Op vlak van personeelsbezetting moeten we ook naar profielen zoeken die mensen ondersteunen in hun dagelijkse niet-medische activiteiten. Geen eenheidsworst meer, alles gebeurt zoveel mogelijk in samenspraak met de bewoner en er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met zijn/haar behoeften en wensen.Er is vanuit het werkveld veel kritiek op de persoonsvolgende financiering die gezien wordt als een bedreiging. Ik zie de persoonsvolgende financiering als een opportuniteit. Een opportuniteit voor kleinschalige initiatieven waar de oudere met zijn budget zelf zijn zorg en diensten samenstelt.Gaan met deze alternatieven de woonzorgcentra op de schop? Nee, op voorwaarde dat ze zich aanpassen aan de noden en de wensen van de bewoners. De nodige innovatie, flexibiliteit en regelluwte is daarbij van cruciaal belang. De overheid mag dit niet in de weg staan. Vandaag is er naar mijn mening soms 'te veel overheid'. Het is haar taak om de financieringsregels en de contouren uit te werken. Ze moet echter niet de plaats innemen van organisaties en professionals, maar bakens uitzetten en controleren of alles op een correcte manier gebeurt.Er zijn nu al woonzorgcentra die diensten aanbieden aan zelfstandig thuiswonende ouderen om hen zo lang mogelijk veilig, gezond en gelukkig thuis te laten wonen. Ze werken daarbij samen met de gezinszorg, thuisverpleging en andere zorgverstrekkers en maken samen met de oudere en de mantelzorgers een plan op maat. De toekomst van de ouderenzorg is er dus een van vele opvangvormen. Het zullen de ouderen zelf zijn die finaal beslissen welke opvangvormen blijven bestaan.