...

Elke dag weer moeten we een tsunami van informatie trachten verwerken. Deze terreur, overload en overkill aan content komt vooral binnen via het wereldwijde web. Het internet wordt door onze patiënten onder meer gebruikt als primaire bron om medische informatie op te snorren over symptomatologie, diagnostiek en behandelingen: dit is de 'Dr. Google'. Het betreft evenwel niet alleen de gigant Google, maar daarnaast ook health portals en communities, chat rooms, diagnostische internetsites, allerhande apps, ... Medische termen zijn de meest gebruikte zoekwoorden, 50-75% zoekt er regelmatig op volgens Duits en Amerikaans onderzoek. De bevestiging van de massale, medische Google searches kwam er tijdens de COVID-19-pandemie, naar analogie met de uitbraken van H1N1-, Zyka-, Mpox- en SARS-virussen. De online hoeveelheid medische informatie en wetenschappelijke evidentie neemt zeer snel toe, maar dat is ook het geval voor elkaar tegensprekende, verwarrende, onbetrouwbare en niet accurate gegevens. Niet voor niets kwamen de Trumpiaanse termen als 'alternative facts' en 'fake news' in de Corona era bovendrijven.Van de arts wordt verwacht dat hij naast vele andere skills, vertrouwd is met de vaardigheid om gebruik te maken van up-to-date informatie van hoge kwaliteit gevonden via de electronische snelweg (Tranter et al., 2023). De meeste artsen zijn geen grote fans van Google omdat ze negatieve impact kan hebben op de patiënt-arts-relatie. Maar vóór de komst van het internet, werd er al beroep gedaan op het "web" van familieleden, vrienden, tijdschriften, ... Of kwamen de intimi zelf met huis-tuin-keuken middeltjes en goede raad gebaseerd op overlevering of ervaring. Er ontstaat als het ware een 'Google battle' naar betrouwbare bronnen tussen patiënt en arts. Of toch partners in crime?Voor patiënten levert zo'n zoektocht soms gevoelens op van (techno)stress, paniek en angst (tot bijna 10% van de patiënten). Het kind heeft zelfs al een naam gekregen: 'cyberchondrie'. Het bestaat uit dit triumviraat: zelf de diagnose stellen, compulsief en problematisch zoeken op het internet en gestaag stijgende angstgevoelens. Door de gigantische en snelle opkomst in het gebruik van de smartphone, is dit fenomeen in beeld gekomen. Via het kleine scherm hebben we 24/7 toegang tot een reusachtige hoeveelheid bits en bytes.Maar eind 2022 verscheen er nóg een kaper op de kust: ChatGPT (Chat Generative Pre-trained Transformer), ontwikkeld op Open Artificiële Intelligentie (AI). Een nieuwe mogelijkheid voor de patiënt om zonder dokter op zoek te gaan naar medische data. Maar accuraatheid van de gegevens is van groot belang in de geneeskunde, waar leven, overleven en dood vaak dicht bij elkaar liggen. Een recente studie toonde aan dat de informatie verkregen via ChatGPT betrouwbaarder is dan via Google (Van Bulck & Moons, 2023). ChatGPT is echter een tweesnijdend zwaard, krachtig maar waar ook gevaren aan verbonden zijn (copyright, privacy, ethische en morele dilemma's, automatiseringsbias, medico-legale problemen...). Bij automatiseringsbias wordt het AI-algoritme eerder ingeschat als zijnde correct, en daardoor het eigen oordeel overtroeft. De Chatbot kan echter beginnen 'hallucineren', zijnde totaal incorrecte of absurde informatie aanbieden. ChatGPT is zeker een tool om in de medische wereld te gebruiken bij het opstellen van een differentiaaldiagnose, monitoring van patiënten, research en medische opleiding, (borst)kankerscreening. Maar zal/kan de arts niet vervangen want het is essentieel dat het hele proces gereviewd wordt door een medisch expert. Artsen moeten erop toezien dat de gezondheid niet in het gedrang komt. Primum non nocere! Een vloek of een zegen? Zoals bij vele uitvindingen ligt de waarheid ergens in het midden. Tot slot even in de glazen bol kijken. Hoe gaan we doktertje spelen in de nabije toekomst? Waarschijnlijk nog steeds old school! Of net zoals de analoge Dr. Bibber? Of digitaal...