De voorbije weken was eenieder van ons een bevoorrecht getuige hoe de covid-19-pandemie als een niets ontzienende tsunami wereldwijd elke samenleving ontwrichtte en een enorme dodentol veroorzaakte. Waar de SARS-uitbraak in november 2002 nog werd gecategoriseerd als 1 op de schaal van Richter voor pandemieën, veroorzaakte de massale uitbarsting in Wuhan aanvankelijk slechts geringe schokgolven in de Westerse wereld: vleermuizen stonden immers toch niet op ons dagelijks menu. Iedereen genoot zorgeloos van het krokusverlof, bij voorkeur in een winters sneeuwlandschap; alleen het Aalsters carnaval zorgde voor enkele deiningen in de media.

De voorbije twee maanden hebben wij echter de impact van covid-19 op ons zorgsysteem mogen aanschouwen: in allerijl werden triagecentra ingericht, werden intensieve zorgbedden geteld en waar mogelijk opgeschroefd, werden ziekenhuisbedden ontruimd en zelfs noodhospitalen ingericht. Zorgverleners werden vaak weinig voorbereid of beschermd naar het 'front' gestuurd en dagelijks werd hun heldenmoed met applaus beloond.

Bejaarden werden hermetisch opgesloten in de woonzorgcentra, maar de vijand mocht/kon moeiteloos gebruik maken van dezelfde helden om achter de linies op te duiken, vaak met eenzelfde vernietigende kracht als een splinterbom. Een ganse regering was begaan met testcapaciteit en mondmaskers. Elke lading maskers werd op groot gejuich onthaald en de ganse bevolking werd opgeroepen om 'gemeenschapsmaskers' te naaien om de covid-19-dijkbreuk te dichten: elke zandkorrel telt immers.

Waar nu het individu centraal staat, stond vroeger het collectief of de samenleving voorop bij de bestrijding van besmettelijke ziekten

Vriend en vijand kunnen bij analyse van dit schouwspel concluderen dat noch de maatschappij, noch het gezondheidszorgsysteem voorbereid was op deze pandemie. Rekening houdend met de voorspelde transmissiedynamiek van SARS-CoV-2 dringt een urgente analyse zich op. Los van de huidige pandemie, tonen voorspellingen aan dat tot in 2040 lagere luchtweginfecties wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak zullen blijven vormen.

Dankzij de langdurige vrede op infectiegebied door de beheersing van tuberculose sinds het midden van de vorige eeuw is echter de waakzaamheid van onze maatschappij en haar gezondheidszorgsysteem voor besmettelijke aandoeningen getaand.

Ten tijde van de tuberculose bestond er een fijnmazige infrastructuur om door middel van contactonderzoek - in het huidig taalgebruik contact tracing genoemd - dragers van de bacil van de witte dood op te sporen en zelfs verder te behandelen in hiervoor speciaal ingerichte zorginstellingen, de zogenoemde sanatoria. Thomas Mann vond tijdens zijn behandeling in het idyllische Davos zelfs de inspiratie voor het schrijven van de Toverberg!

Echter, waar nu het individu centraal staat, stond vroeger het collectief of de samenleving voorop bij de bestrijding van besmettelijke ziekten. Besmettelijkheid betekent immers dat de infectie van individu naar individu wordt overgebracht zonder rekening te houden met met natuurlijke of kunstmatige grenzen en allerminst met federale of regionale bevoegdheidsverdeling of departementele taakverdeling.

Covid-19 maakt duidelijk dat er niet alleen nood is aan een coherent beleid, maar ook aan een coherent gezondheidssysteem voor bestrijding van deze dodelijke pandemieën

Covid- 19 maakt duidelijk dat er niet alleen nood is aan een coherent beleid, maar ook aan een coherent gezondheidssysteem voor bestrijding van deze dodelijke pandemieën. Zoals het politieke landschap is ook het zorglandschap uitermate versnipperd en niet voorbereid op deze uitbraken van besmettelijke aandoeningen. Twee maanden na de uitbraak van covid-19 is men nog volop op zoek naar case trackers, maar de fijnmazigheid en eindverantwoordelijkheid van het netwerk blijft onbesproken, laat staan de beschikbare testcapaciteit voor opsporing van SARS-CoV-2. Bovendien is contact tracing een deelstaatkwestie, testen zijn federale materie. De enige hefboom voor het indammen van de pandemie blijkt een appel te zijn op de burgerzin van de bevolking. De vraag kan worden gesteld of na een halve eeuw individualisme te hebben gepropageerd, het belang van het collectief nog voldoende wordt ingeschat?

De voorbije weken werd vol verwachting uitgekeken naar de creativiteit en inventiviteit van de ziekenhuizen als mogelijke reddingsboeien in deze storm. Terecht: etymologisch verwijzen de woorden gasthuis, ziekenhuis en hospitaal naar gastvrijheid, veiligheid en geborgenheid. Onze ziekenhuizen hebben de voorbije halve eeuw echter een stilzwijgende, onopvallende metamorfose ondergaan, voortgestuwd door de economische hoogconjunctuur en de Sisyphos-droom naar eeuwige jeugd.

Westerse landen zullen grondig hun zorginfrastructuur moeten herzien om in de toekomst de gezondheid voor de bevolking te kunnen garanderen

In 1956 werd een ziekenhuis of hospitaal door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nog beschouwd als een integraal onderdeel van de maatschappelijke en medische organisatie om voor de bevolking een volledige gezondheidszorg aan te bieden, zowel op curatief als preventief vlak. In de voorbije decennia heeft echter een toenemende verschuiving plaatsgevonden van hospitaalgerichte zorg naar beoogde geïntegreerde zorgsystemen.

Dit gebeurde mede onder druk van de vergrijzing van de bevolking en de hiermee samenhangende toename van chronische ziekten; maar ook door de toenemende besparingen in de gezondheidszorg stortten de muren van ons zorgstelsel progressief in.

De schrijnende beelden uit New York tonen de excessen aan van een zorgsysteem zonder maatschappelijke solidariteit. Reeds in haar in 2011 uitgebracht rapport 'Modern health care systems, care coordination and the role of hospitals' schetst de WHO de gevolgen van deze ontwikkeling.

Op de eerste plaats een druk tot centralisatie ingegeven door o.m. economische concepten van marktwerking, schaalvergroting en te realiseren omzet. Principes van operational excellence, oorspronkelijk ontwikkeld in de auto-industrie, deden hun intrede in de zorg om kwaliteit en efficiëntie te verhogen. Just in time levering moest ervoor zorgen dat geen kapitaal zou worden verspild, zelfs niet in de aanleg van de meest kritische voorraden geneesmiddelen of hulpmiddelen. Productie gedreven betalingssystemen droegen en dragen ertoe bij dat value for money het leidmotief werd in de zorg.

Uiteraard moest dit zorgsysteem de toets van verantwoording aan maatschappij en betalers kunnen doorstaan en een gans systeem van accreditatie werd ontwikkeld en een tsunami van indicatoren moest de performantie van het systeem zichtbaar en transparant maken. Het heilig geloof in evidence-based geneeskunde en zorg had nauwelijks nog oog of hart voor de persoonsgerichte zorg, vooral niet voor de meest kwetsbaren in de samenleving.

Planning van intensive care-capaciteit moet zowel materieel als personeelsmatig rekening houden met de kans op toekomstige pandemieën, en niet louter berekend zijn op complicatierisico bij uitvoering van hoogtechnologische ingrepen

De huidige covid-19-pandemie maakt duidelijk dat onze huidige ziekenhuisstructuur niet is toegerust om deze en volgende opflakkeringen hetzij van SARS-CoV-2, hetzij van een ander virus het hoofd te bieden. Westerse landen zullen grondig hun zorginfrastructuur moeten herzien om in de toekomst de gezondheid voor de bevolking te kunnen garanderen.

Planning van intensive care-capaciteit moet zowel materieel als personeelsmatig rekening houden met de kans op toekomstige pandemieën en niet louter berekend zijn op complicatierisico bij uitvoering van hoogtechnologische ingrepen. Ziekenhuizen moeten de medische en verzorgende capaciteit kunnen waarborgen voor opvang van deze risico's en niet louter bezig zijn met businessmodellen voor vergroting van productie en inkomsten van focused factories gehuisvest onder het ziekenhuisdak. Ziekenhuizen moeten uiteraard worden gefinancierd voor de organisatie en beheersing van deze risico's: de huidige situatie maakt voldoende duidelijk dat de meeste ziekenhuizen volgens louter economische wetmatigheden op instorten staan.

Niet alleen de rol van ziekenhuizen, maar het ganse zorglandschap zal moeten worden hertekend om voorbereid en veerkrachtig te zijn bij een volgende uitbraak van dit of een ander virus. Covid-19 toont aan dat de integriteit van de ganse samenleving in het gedrang is.

De voorbije weken was eenieder van ons een bevoorrecht getuige hoe de covid-19-pandemie als een niets ontzienende tsunami wereldwijd elke samenleving ontwrichtte en een enorme dodentol veroorzaakte. Waar de SARS-uitbraak in november 2002 nog werd gecategoriseerd als 1 op de schaal van Richter voor pandemieën, veroorzaakte de massale uitbarsting in Wuhan aanvankelijk slechts geringe schokgolven in de Westerse wereld: vleermuizen stonden immers toch niet op ons dagelijks menu. Iedereen genoot zorgeloos van het krokusverlof, bij voorkeur in een winters sneeuwlandschap; alleen het Aalsters carnaval zorgde voor enkele deiningen in de media.De voorbije twee maanden hebben wij echter de impact van covid-19 op ons zorgsysteem mogen aanschouwen: in allerijl werden triagecentra ingericht, werden intensieve zorgbedden geteld en waar mogelijk opgeschroefd, werden ziekenhuisbedden ontruimd en zelfs noodhospitalen ingericht. Zorgverleners werden vaak weinig voorbereid of beschermd naar het 'front' gestuurd en dagelijks werd hun heldenmoed met applaus beloond. Bejaarden werden hermetisch opgesloten in de woonzorgcentra, maar de vijand mocht/kon moeiteloos gebruik maken van dezelfde helden om achter de linies op te duiken, vaak met eenzelfde vernietigende kracht als een splinterbom. Een ganse regering was begaan met testcapaciteit en mondmaskers. Elke lading maskers werd op groot gejuich onthaald en de ganse bevolking werd opgeroepen om 'gemeenschapsmaskers' te naaien om de covid-19-dijkbreuk te dichten: elke zandkorrel telt immers.Vriend en vijand kunnen bij analyse van dit schouwspel concluderen dat noch de maatschappij, noch het gezondheidszorgsysteem voorbereid was op deze pandemie. Rekening houdend met de voorspelde transmissiedynamiek van SARS-CoV-2 dringt een urgente analyse zich op. Los van de huidige pandemie, tonen voorspellingen aan dat tot in 2040 lagere luchtweginfecties wereldwijd de derde belangrijkste doodsoorzaak zullen blijven vormen. Dankzij de langdurige vrede op infectiegebied door de beheersing van tuberculose sinds het midden van de vorige eeuw is echter de waakzaamheid van onze maatschappij en haar gezondheidszorgsysteem voor besmettelijke aandoeningen getaand. Ten tijde van de tuberculose bestond er een fijnmazige infrastructuur om door middel van contactonderzoek - in het huidig taalgebruik contact tracing genoemd - dragers van de bacil van de witte dood op te sporen en zelfs verder te behandelen in hiervoor speciaal ingerichte zorginstellingen, de zogenoemde sanatoria. Thomas Mann vond tijdens zijn behandeling in het idyllische Davos zelfs de inspiratie voor het schrijven van de Toverberg! Echter, waar nu het individu centraal staat, stond vroeger het collectief of de samenleving voorop bij de bestrijding van besmettelijke ziekten. Besmettelijkheid betekent immers dat de infectie van individu naar individu wordt overgebracht zonder rekening te houden met met natuurlijke of kunstmatige grenzen en allerminst met federale of regionale bevoegdheidsverdeling of departementele taakverdeling. Covid- 19 maakt duidelijk dat er niet alleen nood is aan een coherent beleid, maar ook aan een coherent gezondheidssysteem voor bestrijding van deze dodelijke pandemieën. Zoals het politieke landschap is ook het zorglandschap uitermate versnipperd en niet voorbereid op deze uitbraken van besmettelijke aandoeningen. Twee maanden na de uitbraak van covid-19 is men nog volop op zoek naar case trackers, maar de fijnmazigheid en eindverantwoordelijkheid van het netwerk blijft onbesproken, laat staan de beschikbare testcapaciteit voor opsporing van SARS-CoV-2. Bovendien is contact tracing een deelstaatkwestie, testen zijn federale materie. De enige hefboom voor het indammen van de pandemie blijkt een appel te zijn op de burgerzin van de bevolking. De vraag kan worden gesteld of na een halve eeuw individualisme te hebben gepropageerd, het belang van het collectief nog voldoende wordt ingeschat?De voorbije weken werd vol verwachting uitgekeken naar de creativiteit en inventiviteit van de ziekenhuizen als mogelijke reddingsboeien in deze storm. Terecht: etymologisch verwijzen de woorden gasthuis, ziekenhuis en hospitaal naar gastvrijheid, veiligheid en geborgenheid. Onze ziekenhuizen hebben de voorbije halve eeuw echter een stilzwijgende, onopvallende metamorfose ondergaan, voortgestuwd door de economische hoogconjunctuur en de Sisyphos-droom naar eeuwige jeugd. In 1956 werd een ziekenhuis of hospitaal door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nog beschouwd als een integraal onderdeel van de maatschappelijke en medische organisatie om voor de bevolking een volledige gezondheidszorg aan te bieden, zowel op curatief als preventief vlak. In de voorbije decennia heeft echter een toenemende verschuiving plaatsgevonden van hospitaalgerichte zorg naar beoogde geïntegreerde zorgsystemen. Dit gebeurde mede onder druk van de vergrijzing van de bevolking en de hiermee samenhangende toename van chronische ziekten; maar ook door de toenemende besparingen in de gezondheidszorg stortten de muren van ons zorgstelsel progressief in. De schrijnende beelden uit New York tonen de excessen aan van een zorgsysteem zonder maatschappelijke solidariteit. Reeds in haar in 2011 uitgebracht rapport 'Modern health care systems, care coordination and the role of hospitals' schetst de WHO de gevolgen van deze ontwikkeling.Op de eerste plaats een druk tot centralisatie ingegeven door o.m. economische concepten van marktwerking, schaalvergroting en te realiseren omzet. Principes van operational excellence, oorspronkelijk ontwikkeld in de auto-industrie, deden hun intrede in de zorg om kwaliteit en efficiëntie te verhogen. Just in time levering moest ervoor zorgen dat geen kapitaal zou worden verspild, zelfs niet in de aanleg van de meest kritische voorraden geneesmiddelen of hulpmiddelen. Productie gedreven betalingssystemen droegen en dragen ertoe bij dat value for money het leidmotief werd in de zorg. Uiteraard moest dit zorgsysteem de toets van verantwoording aan maatschappij en betalers kunnen doorstaan en een gans systeem van accreditatie werd ontwikkeld en een tsunami van indicatoren moest de performantie van het systeem zichtbaar en transparant maken. Het heilig geloof in evidence-based geneeskunde en zorg had nauwelijks nog oog of hart voor de persoonsgerichte zorg, vooral niet voor de meest kwetsbaren in de samenleving.De huidige covid-19-pandemie maakt duidelijk dat onze huidige ziekenhuisstructuur niet is toegerust om deze en volgende opflakkeringen hetzij van SARS-CoV-2, hetzij van een ander virus het hoofd te bieden. Westerse landen zullen grondig hun zorginfrastructuur moeten herzien om in de toekomst de gezondheid voor de bevolking te kunnen garanderen. Planning van intensive care-capaciteit moet zowel materieel als personeelsmatig rekening houden met de kans op toekomstige pandemieën en niet louter berekend zijn op complicatierisico bij uitvoering van hoogtechnologische ingrepen. Ziekenhuizen moeten de medische en verzorgende capaciteit kunnen waarborgen voor opvang van deze risico's en niet louter bezig zijn met businessmodellen voor vergroting van productie en inkomsten van focused factories gehuisvest onder het ziekenhuisdak. Ziekenhuizen moeten uiteraard worden gefinancierd voor de organisatie en beheersing van deze risico's: de huidige situatie maakt voldoende duidelijk dat de meeste ziekenhuizen volgens louter economische wetmatigheden op instorten staan. Niet alleen de rol van ziekenhuizen, maar het ganse zorglandschap zal moeten worden hertekend om voorbereid en veerkrachtig te zijn bij een volgende uitbraak van dit of een ander virus. Covid-19 toont aan dat de integriteit van de ganse samenleving in het gedrang is.