...

Dat stelt een advies dat de Nationale Raad van de Orde der Artsen opstelde in haar vergadering van 5 juli. De Orde vertrekt van de vaststelling dat de inhoud en de bewaartermijnen van medische dossiers wettelijk en deontologisch zijn vastgelegd.De arts die een patiënt verzorgt in zijn kabinet, bewaart het dossier en is verantwoordelijk voor het bijhouden ervan. In het ziekenhuis valt dit onder de verantwoordelijkheid van de hoofdarts. De Code van medische deontologie en de wet voorzien in beide gevallen een bewaartermijn van 30 jaar.Wat echter als het dossier opgesteld werd door een adviserend arts van een ziekenfonds? Een arts-inspecteur? Een deskundige voor het Fonds Medische Ongevallen? Een school- of arbeidsarts?In die gevallen gaf een openbare of een private instelling een opdracht in het kader van een dienstencontract. De inhoud van het dossier staat dan in functie van het doel waarvoor de gezondheidsgegevens verzameld werden.Is de arts gesalarieerd dan moet zijn werkgever het medische dossier bewaren. Gaat het om een zelfstandige dan geeft de dokter bij het beëindigen van zijn opdracht het medisch dossier terug aan de opdrachtgever. Deze is dan verantwoordelijk voor de bewaring.Volgens de GDPR-bepalingen moet de openbare of private instelling de gegevens niet langer bewaren dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens verwerkt werden.