...

Oogcontact speelt inderdaad een sleutelrol bij de sociale interactie tussen mensen en de ontwikkeling. Een zwakker oogcontact wordt beschouwd als één van de symptomen van autismespectrumstoornissen (ASS). Amerikaanse vorsers hebben de oogbewegingen geanalyseerd bij 59 zuigelingen van wie om genetische redenen werd vermoed dat ze een hoog risico liepen op ontwikkeling van een vorm van autisme, en 51 zuigelingen met een laag risico. De baby's werden gevolgd van de geboorte tot de leeftijd van twee jaar. Bij 13 baby's werd naderhand een diagnose van ASS gesteld. 12 van die 13 kwamen uit de hoogrisicogroep en slechts 1 uit de laagrisicogroep. Bij die kinderen was het oogcontact eerst normaal, maar daarna daalde de frequentie waarmee ze naar de ogen van andere mensen keken continu. Bij sommige kinderen kon al vanaf de leeftijd van twee maanden worden vastgesteld dat ze oogcontact vermeden. Het goede nieuws is dat die afwijking mettertijd afneemt en niet helemaal afwezig is van bij het begin. Ze is dus niet aangeboren. Dankzij die ontdekking zou het risico op ontwikkeling van autisme vroeger kunnen worden gedetecteerd. En dat is zoals bekend de sleutel tot het welslagen van de behandeling. (referentie: Nature, 6 november 2013, doi:10.1038/nature12715)