...

In Een Ziek Huis krijgt de dienst nefrologie van een academisch ziekenhuis in Vlaanderen een nieuw diensthoofd. Dokter Eva Ten Broecke heeft al snel door dat haar nieuwe baas narcistische persoonlijkheidskenmerken vertoont. Ze weigert zich neer te leggen bij zijn autoritair schrikbewind, met alle gevolgen van dien.Karin Janssen van Doorn schreef het boek omdat ze het naar eigen zeggen dringend tijd acht dat "dit soort flauwekul ophoudt". Met flauwekul bedoelt ze de machtsspelletjes in de ziekenhuiswereld. "Een ziekenhuis is een structuur voor de samenleving door de samenleving en wordt met belastinggeld gefinancierd. Als een ziekenhuis aan de lopende band artsen en verpleegkundigen eruit gooit, omdat ze bijvoorbeeld kritiek hebben op het functioneren van hun zogenaamde leidinggevenden komt dat de continuïteit van de zorg niet ten goede. Ook de opleiding van assistenten en jonge artsen komt daardoor in het gedrang. Het is belangrijk dat dit wordt aangekaart, en dat er beterschap komt."Anders dan in Nederland, kenmerkt de Belgische maatschappij zich door een sterke top-downstructuur, zegt u. Maar is het niet zo dat de machtsstructuren waarover u spreekt, eigen zijn aan de ziekenhuiswereld tout court?Absoluut, en ik zeg ook niet dat het in Nederland beter is. Het gras is altijd groener aan de overkant, maar aan de overkant zijn vaak óók problemen.Van in het begin is 'de arts' een personage met heel veel aanzien - los van de persoon, alleen door zijn titel. TV-programma's zoals Topdokters houden dit in stand. (droog) Al blijkt dan later soms dat de topdokter toch niet zo tiptop is. Stilaan neemt de status van 'meneer doktoor' af, onder andere door de vervrouwelijking van het beroep. De meeste mannelijke artsen lijken daar moeite mee te hebben. Vrouwen willen kinderen, willen graag deeltijds werken, en dat blijkt ook te gaan.Maar nog te weinig vrouwen dringen door in de hoogste regionen. De vrouwen die je daar vindt, gedragen zich vaak als mannen en zijn daar geplaatst door mannen omdat ze zich gedragen zoals die mannen dat willen.Wat mij opviel: het duurt best lang voor het hoofdpersonage Eva bij iemand aanklopt om het wanbeleid van het diensthoofd te melden.Voor zijn komst is haar wel gevraagd wat ze van hem vond. Ze heeft toen uitdrukkelijk gezegd dat ze hem geen geschikte partij vond. Maar het zou 'm toch worden, en op een dag was hij het nieuwe diensthoofd. Wat moest ze doen?Dat ze niet vroeger haar verhaal heeft gedaan, ligt er ook aan dat de controlerende structuren in een ziekenhuis hiervoor niet uitnodigend zijn. Interne controleorganen zijn vaak te zwak, externe controleorganen bestaan niet. Bovendien wist Eva uit ervaring dat misverstanden proberen aan te kaarten doorgaans niet veel oplevert.Maar dat is één factor. Wat vooral heeft meegespeeld, is dat het een tijd heeft geduurd voordat Eva goed en wel besefte wat haar overkwam. Je hoort zulke verhalen wel vaker in de wandelgangen, maar je denkt altijd: mij overkomt het niet.In het boek is er veel aandacht voor persoonlijkheidsanalyse en analyse van wat iemand een goed leider maakt. Wat wil u de lezer daarmee meegeven?Dat persoonlijkheid een belangrijke rol speelt in het verwerven van postjes. Iemand die niet inziet dat hij door zijn gedrag anderen schade kan berokkenen, zal veel gemakkelijker gaan voor wat hij wil. Daarom is het bij aanwervingsprocedures ook zo belangrijk om oog te hebben voor het persoonlijkheidstype van kandidaten, bijvoorbeeld hoe hij of zij zich zal gedragen in het geheel.Wat als geen enkele kandidaat geschikt blijkt? Dan gebeurt het dat men de minst slechte kiest. Voor de continuïteit van de zorg staat het natuurlijk niet goed als je als ziekenhuis geen diensthoofd kan vinden voor een bepaalde dienst. Maar vergis u niet, het is niet het diensthoofd dat de continuïteit van de zorg garandeert.Op een bepaald moment bedenkt het hoofdpersonage: "Het concept diensthoofd moet verdwijnen." Ze wil vier diensthoofden vervangen door een administratief medewerker. Hoe realistisch is dat?In een ziekenhuis werken verschillende diensten met elkaar samen. Zij hebben allemaal een eigen diensthoofd en hiërarchische structuur. (pauzeert) Zou er niet meer interactie ontstaan als je de basis versterkt en de top aftopt? Wie aan het hoofd staat, mag deze functie niet hebben omwille van de persoonlijke voordelen die ze met zich meebrengt - of ten minste, de voordelen mogen niet van doorslaggevend belang zijn om die functie aan te nemen. Het eigen ego mag geen rol spelen. Alleen op die manier kan je beslissingen nemen die een hele dienst ten goede komen.Oké, maar kan je diensthoofd zijn als je niet medisch geschoold bent?Een verpleegkundige of een secretaresse kan voor mij perfect aan het hoofd staan van een groep artsen. Immers, wat maakt iemand een geschikt diensthoofd? Is dat iemand die iets van alle specialismes afweet of gespecialiseerd is in een specifieke tak van de geneeskunde? Een diensthoofd moet een dienst kunnen runnen. Voor de patiëntenzorg staan de artsen en de verpleegkundigen in.Ondanks alles blijkt u de hoop te koesteren dat het systeem ooit zal veranderen.Ja, omdat het zo niet kan blijven duren. Het systeem is zo zwaar dat het zal instorten. Ik geloof - ik hoop - dan ook dat door Eva's verhaal meer mensen van zich zullen laten horen bij wantoestanden.Een soort #MeToo-beweging maar dan tegen de bredere structuur.Ja, precies. De seksuele intimidatie die #MeToo aanklaagt, is overigens ook een machtsspel maar dan specifiek gericht tegen vrouwen. Als je kijkt naar het aantal artsen dat ontslagen wordt in ziekenhuizen, gaat het volgens mij vaker om vrouwen. Anderzijds houden vrouwen veel langer stand in een malafide systeem. Ze geven niet zo snel op en gooien niet zo snel hun leven om. Ze gaan ervan uit dat het wel zal beteren. Tot de bom ontploft.Ik was als lezer wel een beetje teleurgesteld dat Eva - opgelet, spoiler alert - geen rechtszaak aanspant tegen haar ontslag. Eigenlijk zegt ze: laat maar zitten.Ja, en dat is misschien weer iets vrouwelijks, ik weet het niet. Ik ken verhalen van artsen die een rechtszaak hebben aangespannen om hun ontslag aan te vechten en die ook hebben gewonnen. Ze worden in hun eer hersteld, krijgen misschien een schadevergoeding, ... Maar op het einde van het verhaal zijn ze toch hun job kwijt en alles wat ze hebben opgebouwd. En bovenal: het verandert nul komma nul aan het systeem: de slecht functionerende leiders blijven gewoon zitten en worden zelfs niet op hun gedrag aangesproken.Dat systeem, zoals u het noemt, begint in Vlaanderen eigenlijk al bij het ingangsexamen. Met de numerus fixus mogen alleen de best scorenden aan de opleiding geneeskunde beginnen. Vervolgens is het soms strijden om het specialisme van je voorkeur te kunnen starten.En later gaat de strijd om de post van kliniekhoofd, diensthoofd, ... Maar stel dat de keuze op iemand anders valt, wat dan? Slechts weinigen stellen zich op zo'n moment de vraag waarom zij het niet geworden zijn, slechts weinigen hebben een plan B.Zou uw boek niet meer impact kunnen gehad hebben als u de gevolgen had beschreven die wantoestanden op een dienst voor patiënten kunnen hebben?Ik heb de patiënten bewust geen rol toegekend omdat ik de intriges tussen de artsen wilde aanklagen. Nu ik erover nadenk, kan ik wel zeggen dat ook patiënten zich vaak laten intimideren. In het boek wilden ze graag opkomen voor Eva, maar ze werden onder druk gezet om dat niet te doen.Patiënten zijn geen bezit van een ziekenhuis, al denken directies soms van wel. De patiënten zijn immers de personificatie van 'de targets' die een ziekenhuis moet halen om een beetje mee te tellen in de wereld van de gezondheidszorg.In de praktijk kunnen patiënten gaan en staan waar ze willen, ze zijn altijd vrij om een ander ziekenhuis te kiezen - er zijn er uiteindelijk genoeg in dit land. Het zijn vooral de assistenten en de stafleden uit de lagere regionen, de mindere goden dus, die de zorg voor de patiënten verzekeren. Daarom komt het over het algemeen wel goed met hen.Heeft u al veel reactie gekregen op het boek?Ik heb al verschillende mails gekregen dat ik moedig ben dat ik het verhaal van Eva heb durven schrijven. (verbaasd) Waarom zou dat moedig zijn? Wat mij moedig maakt, is dat ik mij in mijn carrière heb durven verweren tegen intimidatie van bovenaf. Niet omdat ik dit boek heb geschreven.