...

De cijfers hebben betrekking op de door de Commissie onderzochte registratiedocumenten van patiënten die euthanasie ondergingen in de periode tussen 1 januari 2023 en 31 december 2023. 70,8% van de registratiedocumenten waren Nederlandstalig tegenover 29,2 % Franstalig. In beide landstalen is er een stijging: +16% meer Nederlandstalige documenten en +14% meer Franstalige documenten.De Commissie was van oordeel dat alle ontvangen registratiedocumenten voldeden aan de essentiële eisen van de wet. Daarom was het niet nodig een dossier te verzenden naar de procureur des Konings voor verder onderzoek.Leeftijd en plaats van uitvoering70,7% van de patiënten was ouder dan 70 jaar en 42,1 % was ouder dan 80 jaar. Het aantal euthanasies bij patiënten jonger dan 40 jaar bleef zeer beperkt (1,1%). Het waren vooral patiënten in de 6de, 7de, en 8ste levensdecade die euthanasie vroegen (74,7%). De grootste groep waren patiënten tussen 70 en 79 jaar (28,6%). In 2023 werd er één registratiedocument betreffende euthanasie bij een minderjarige patiënt geregistreerd.Het percentage van euthanasies dat thuis plaatsvond is licht gedaald in 2023 (48,6% tegenover 50,5% in 2022) terwijl het percentage van euthanasies dat werd uitgevoerd in woonzorgcentra bleef stijgen (17,6% tegenover 16,4% in 2022). Het percentage van euthanasies dat werd uitgevoerd in ziekenhuizen en palliatieve eenheden bleef stabiel (32% tegenover 31,8% in 2022).Wilsverklaring0,6 % van de euthanasies werd uitgevoerd op basis van een voorafgaande wilsverklaring euthanasie en dit bij patiënten die onomkeerbaar niet meer bij bewustzijn waren.In de overgrote meerderheid van de gevallen (79,2%) werd door de arts het overlijden verwacht binnen afzienbare termijn (terminale patiënt). In de groep patiënten waarvan het overlijden niet binnen afzienbare termijn werd verwacht (niet-terminale patiënten), zijn de patiënten die aan polypathologie leden het sterkst vertegenwoordigd, terwijl kankerpatiënten uiterst zelden als niet-terminaal werden beschouwd.Kanker blijft voornaamste redenDe voornaamste categorieën die aan de basis lagen van de uitgevoerde euthanasies waren nieuwvormingen/kanker (55,5%), een combinatie van verschillende chronische en ongeneeslijke aandoeningen (polypathologie) (23,2%) en ziekten van het zenuwstelsel ( vb. ALS of de ziekte van Charcot) (9,6%), ziekten van het bloedsomloopstelsel (vb. cerebrovasculair accident of CVA) (3,2%), ziekten van de luchtwegen (vnl. longfibrose) (3%), psychiatrische aandoeningen zoals stemmingsstoornissen (1,4%), cognitieve stoornissen zoals de ziekte van Alzheimer (1,2%), ziekten van bot-spierstelsel en bindweefsel (vb. artropathieën of myopathieën) (0,7%), letsel, vergiftigingen en bepaalde andere gevolgen van uitwendige oorzaken zoals een complicatie na een operatie (0,6%). Alle andere categorieën vertegenwoordigen 1,2% van de aandoeningen.Verzoeken om euthanasie op basis van psychiatrische aandoeningen nemen lichtjes toe maar bleven uitzonderlijk (1,4%). Verzoeken om euthanasie op basis van cognitieve aandoeningen bleven stabiel (1,2%). In al deze gevallen kon men vaststellen dat aan de wettelijke voorwaarden was voldaan (een overwogen en herhaald verzoek geformuleerd door een wilsbekwame patiënt, medisch uitzichtloze toestand, ondraaglijk aanhoudend en niet te lenigen lijden veroorzaakt door een ernstige en ongeneeslijke ziekte).