...

Welk effect heeft beloning precies op het aanleren van motorische vaardigheden? Pierre Vassiliadis, die als doctorandus aan de slag is bij het Instituut voor Neurowetenschapen van de UCLouvain, heeft een experiment opgezet waarbij hij het onderscheid kan maken tussen een beloning en bekrachtigende feedback. De onderzoeker studeerde eerst geneeskunde en vatte toen een doctoraatsonderzoek in de neurowetenschappen aan. Van meet af aan legde hij zich toe op de invloed van beloningen op motorische leerprocessen. "Ik las heel wat over beloning en stelde vast dat we geen gegevens hebben over de manier waarop motivationele factoren zoals beloning inspelen op motorische leerprocessen. Het idee was dat we die gegevens zouden kunnen toepassen in de klinische praktijk." Tijdens één van de experimenten moesten 90 deelnemers een knijpsensor tussen duim en wijsvinger samendrukken. Ze moesten gedurende twee seconden een snelle en precieze drukbeweging maken. De beweging van een cursor op een computerscherm lichtte hen in over de adequaatheid van de beweging. "Iedereen kreeg dezelfde sensoriële informatie over zijn prestatie en dezelfde bekrachtigende feedback, met andere woorden: als ze het goed deden, werd hen dat gesignaleerd - en ook als ze het niet goed deden. Maar een subgroep deelnemers kreeg tijdens de training bovendien een beloning: deelnemers die de beweging correct uitvoeren, ontvingen een paar eurocentiemen.De resultaten wezen uit dat de beloonde deelnemers gemakkelijker leerden dan de personen in de controlegroep. "We zagen dat de beloning interageerde met de manier waarop de deelnemers inpikten op de bekrachtigende feedback. Deelnemers die een beloning kregen, pasten hun beweging ingrijpender aan als de vorige poging mislukt was. Ze zochten mogelijk naar een andere oplossing." Meer nog, door een beloning uit te reiken tijdens de training, beïnvloedden de onderzoekers ook de manier waarop de deelnemers de dag daarna op de bekrachtigende feedback reageerden, hoewel er op die tweede dag geen beloning werd uitgereikt. "We denken dat er hier sprake is van associatief leren: er werd een verband gelegd tussen goed presteren en een beloning op dag 1, maar op dag 2 hield dat effect aan." Dit model rond het aanleren van fijne motorische vaardigheden interesseert Pierre Vassiliadis met het oog op toepassing in de klinische praktijk: "We weten dat vooral stoornissen van de fijne motoriek hinderlijk zijn voor patiënten. Onze resultaten wijzen uit dat we patiënten in de kinezaal kunnen trainen door hen op een gedoseerde manier beloningen aan te reiken. Maar als ze de dag daarna thuis op eigen houtje oefenen, werpt dat mechanisme nog altijd zijn vruchten af." Verder onderzoek is nodig om te bepalen hoe groot de beloning moet zijn, hoe vaak ze moet worden aangereikt, en hoelang het effect aanhoudt: zijn nieuwe motiveringssessies nodig om het associatief leren opnieuw aan te wakkeren? "Momenteel belonen we motorische leerprocessen met geld, omdat dit de meest voor de hand liggende optie is. Maar het beloningssysteem kan op andere manieren worden geprikkeld, bijvoorbeeld met een sociale beloning, onder vorm van aanmoedigingen afkomstig van een externe observator. We zouden zelfs combinaties van beloningen kunnen inzetten." "De uiteindelijke bedoeling is patiënten te helpen bij motorische revalidatie. Revalidatieprocessen bij het herstel van een motorische vaardigheid lijken sterk op motorische leerprocessen bij gezonde personen. In de toekomst zullen we onze methode toepassen bij patiënten na een beroerte, bij de ziekte van Parkinson, of bij andere motorische stoornissen. We verwachten niet dat beloningen bij iedereen een effect zullen hebben, maar mogelijk zullen ze een deel van de patiënten helpen." De onderzoeker interesseert zich ook voor andere, verwante kwesties. Hij wil nagaan of beloningen een gunstige invloed kunnen hebben op het motorische leerproces bij een patiënt die na een amputatie een prothese moet leren aansturen. "Aan de universiteit van Lausanne, waar ik eveneens werk, kom ik in contact met patiënten bij wie de prothese sensorische informatie doorgeeft dankzij elektroden die in de stomp worden aangebracht. Ook bij deze patiënten kunnen we onderzoek doen naar de interactie tussen sensorische feedback en beloning tijdens het motorische leerproces. Als iemand een perfecte sensorische feedback krijgt, is het effect van de beloning misschien beperkter dan wanneer er meer onzekerheid bestaat over de sensorische informatie. Dat is één van de hypothesen die ik onderzoek in het kader van mijn doctoraatsthesis."