...

In deze Cochrane review bekeken de auteurs de voor- en nadelen van artroscopische chirurgie bij knieartrose, degeneratieve meniscusscheuren of beide. De review includeerde studies die artroscopische chirurgie (debridement, partiële menisectomie of beide) vergeleken met placebochirurgie of met niet-chirurgische interventies (o.a. oefentherapie, injecties, medicatie). De belangrijkste uitkomsten waren pijn, functie, knie-gerelateerde levenskwaliteit, patiënt-gerapporteerd behandelingssucces, (ernstige) nevenwerkingen en kniechirurgie (vervanging of osteotomie). De review includeerde alle studies tot april 2021. Men identificeerde 16 studies met in totaal 2.105 deelnemers. De gemiddelde leeftijd varieerde van 46 tot 65 jaar en 56% waren vrouwen. Artroscopie werd vooral vergeleken met placebochirurgie (4 studies) en beweging (8 studies). De studies met placebochirurgie als controlebehandeling bleken minder gevoelig voor bias dan de andere studies. Placebochirurgie bestaat uit een oppervlakkige insnede in de knie en gefakede arthroscopische behandeling. Artroscopische chirurgie leidt tot weinig of geen verschil in pijn of functie drie maanden na operatie vergeleken met placebochirurgie (40.1 versus 44.7 punten op een 0 tot 100 schaal, waarbij een lagere score overeenkomt met minder pijn). De gemiddelde verbetering van 4.6 punten (95% BI*: 0.02 beter tot 9 beter; 4 studies, 309 deelnemers, hoge zekerheid) is klinisch niet belangrijk. De gemiddelde postoperatieve functie in de placebogroep bedroeg 75.9 punten op een schaal van 0 tot 100 waarbij een hogere score overeenstemt met betere functie. In de artroscopie was de gemiddelde score 76 punten. Ook deze gemiddelde verbetering van 0.1 punt (95% BI: 3.2 slechter tot 3.4 beter; 3 studies, 302 deelnemers, hoge zekerheid) is klinisch niet belangrijk. Ook op de lange termijn (tot 5 jaar na operatie) heeft artroscopie weinig of geen effect op pijn en functie vergeleken met placebo chirurgie. Artroscopie levert bovendien waarschijnlijk weinig of geen klinisch belangrijke verbetering op in knie-gerelateerde levenskwaliteit (matige zekerheid) en patiënt-gerapporteerd behandelingssucces (lage zekerheid). Het bewijs voor risico's op ernstige of alle bijwerkingen is minder zeker. Hier werd artroscopie vergeleken met alle controlebehandelingen samen (placebochirurgie en niet-chirurgische actieve behandelingen). Ernstige bijwerkingen traden in de artroscopiegroep op bij 8% (95% BI: 4% tot 16%; 8 studies, 1.206 deelnemers). Bij de controlegroep was dat 6%. Dit verschil heeft een lage zekerheid. 'Ernstige bijwerkingen' waren onder andere heroperatie, longembolie, diepveneuze trombose, hartaanval, postoperatieve infectie. 'Alle bijwerkingen' omvat zowel ernstige bijwerkingen als minder ernstige zoals voorbijgaande pijn in rug, heup of voet, peesontsteking, pijn en zwelling in de geopereerde knie, oppervlakkige ontsteking, misselijkheid. Alle bijwerkingen zag men in de artroscopiegroep bij 17% (95% BI: 12% tot 26%; 9 studies, 1326 deelnemers,) tegen 15% in de placebogroep. Het verschil heeft een lage zekerheid. Artroscopie verhoogt mogelijk de patiënt-gerapporteerde progressie van knieartrose (lage zekerheid). Verdere kniechirurgie (vervanging of osteotomie) werd in de artroscopiegroep gerapporteerd bij 5% (95% BI: 1.4-10.8%, 4 studies, 864 deelnemers) tegen 1,5% in de controlegroep; lage zekerheid. Artroscopische chirurgie heeft weinig of geen klinisch belangrijk effect op pijn of functie, heeft waarschijnlijk weinig of geen klinisch belangrijk effect op knie-specifieke gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit en heeft mogelijk weinig of geen effect op het aantal mensen dat de behandeling succesvol vindt vergeleken met placebochirurgie. Verder is er mogelijk een lichte stijging, in het aantal ernstige bijwerkingen, het totaal aantal bijwerkingen en het aantal patiënten die verdere kniechirurgie ondergaat. Deze resultaten zijn van toepassing op mensen met knieartrose met of zonder meniscusscheuren, evenals mensen met enkel degeneratieve meniscusscheuren. Deze resultaten zijn direct relevant voor patiënten bij wie een artroscopie wordt overwogen omdat dit niet direct voordelen geeft maar mogelijk wel het risico op bijwerkingen op zowel de korte alsook op de lange termijn vergroot. Uit andere literatuur blijkt dat symptomen allicht met de tijd zullen verbeteren ongeacht de behandeling.