...

Katelyn Burkhart (MIT) et coll. hebben een CT-scan van de lumbale wervels uitgevoerd bij 17 astronauten en kosmonauten, die missies ondernamen naar het ISS. Er werd een CT-scan uitgevoerd voor de vlucht, bij de terugkeer, een jaar na de vlucht en bij sommigen ook twee tot vier jaar later. De gemiddelde duur van het verblijf in de ruimte was zes maanden.De onderzoeken wezen op een vermindering van het volume van de paraspinale spieren, die een sleutelrol spelen bij de bewegingen en de houding van de wervelkolom. Het volume van die spieren verminderde met 4,6% tot 8,8% na een ruimtevlucht. Bij de controles een jaar later was het volume van alle spieren minstens weer normaal geworden.De CT-scan wees ook op een significante stijging van de hoeveelheid vetweefsel in de paraspinale spieren. De dichtheid van de spieren van de astronauten was dan ook met 5,9% tot 8,8% gedaald (de dichtheid vermindert naarmate het vetgehalte toeneemt). De samenstelling van de meeste spieren was na een jaar weer normaal geworden. Het vetgehalte in de m. quadratus lumborum en de m. psoas was echter 2 tot 4 jaar na de terugkeer van de astronauten nog altijd hoger dan voor de vlucht.Astronauten klagen vaak van rugpijn. Volgens de auteurs "kunnen de morfologische wijzigingen van de paraspinale spieren tijdens een ruimtevlucht bijdragen tot die rugpijn." (referentie: SPINE, 8 december 2018, DOI: 10.1097/BRS.0000000000002959)https://insights.ovid.com/crossref?an=00007632-900000000-94757