...

Gegevens over primaire aan roken gelinkte kankers (long, larynx, hoofd en hals, plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm en blaas) werden gehaald uit het nationale Engelse Kankerregister (2000-2014). Voor elke tweede kanker werd de incidentie tot tien jaar na de initiële longkanker berekend, in vergelijking met de risicopopulatie. Daaruit blijkt dat tot minstens tien jaar na de eerste diagnose van longkanker (patiënten zijn 50 tot 79 jaar op dat moment) er een hogere incidentie van een tweede kanker gerelateerd aan het roken aanwezig is. De meest frequent voorkomende tweede maligniteit is longkanker. Maar de hoogste gestandaardiseerde verhouding casussen over risicopopulatie (incidence rate ratio) is voor de slokdarm (2,4) en de larynx (2,8). De incidentie is steeds hoger voor mannen dan voor vrouwen. De laatste 10 jaar is de incidentie van een tweede primaire longkanker verdubbeld. De auteurs besluiten dat longkankeroverlevenden meer kans maken op een tweede long-, larynx-, hoofd- en halskanker, en plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm gedurende minstens tien jaar na de eerste diagnose. Dat vraagt een verhoogde routinefollow-up van vijf tot tien jaar voor diegenen met het grootste risico, en aandacht voor mogelijk andere rokengerelateerde kankers. Barclay ME et al. Incidence of second and higher order smoking-related primary cancers following lung cancer: a population-based cohort study. Thorax. Published Online First: 18 February 2019. doi: 10.1136/thoraxjnl-2018-212456