...

Het immunosuppressieve effect van corticosteroïden zou de doeltreffendheid van de PD-(L)1-blokkade immers kunnen ondermijnen. Het behandelen van immuungerelateerde nevenwerkingen met corticosteroïden blijkt dat evenwel niet te doen. Omdat patiënten met gevorderde NSCLC onder corticosteroïden uit de klinische studies worden geweerd, is dit een real-life studie. De gegevens van PD-(L)1-blokkernaïeve patiënten met gevorderd NSCLC uit twee gerenommeerde instellingen - Memorial Sloan Kettering Cancer Center (n=455) en Gustave Roussy Cancer Center (n=185) - werden verzameld. 14% van de totale groep van 640 patiënten kreeg ≥10 mg prednison equivalenten per dag bij de start van de PD-(L)1-blokker. Vaak voorkomende redenen hiervoor waren dyspneu (33%), vermoeidheid (21%) en hersenmetastasen (19%). In beide onafhankelijke cohorten ging PD-(L)1-blokkade in geval van baseline corticosteroïdentoediening gepaard met minder algemene responsen, een kortere progressievrije overleving (PFS) en een kortere algemene overleving (OS). Na correcties voor rookgeschiedenis, performantiestatus en aanwezigheid van hersenmetastasen in de gepoolde populatie, ging baseline corticosteroïdentoediening significant gepaard met een daling in PFS (HR 1,3; p=0,03) en OS (HR 1,7; p<0,001). De auteurs wijzen er dus op dat voorzichtigheid troef is met corticosteroïden op het moment dat PD-(L)1-blokkers worden opgestart. Arbour K et al. Impact of Baseline Steroids on Efficacy of Programmed Cell Death-1 and Programmed Death-Ligand 1 Blockade in Patients With Non-Small-Cell Lung Cancer. J Clin Oncol 2018. Published online August 20. DOI: 10.1200/JCO.2018.79.0006. http://ascopubs.org/doi/abs/10.1200/JCO.2018.79.0006?url_ver=Z39.88-2003&rfr_id=ori:rid:crossref.org&rfr_dat=cr_pub%3dpubmed