...

De gerandomiseerde placebogecontroleerde INMARK-studie onderzocht eveneens of een behandeling met nintedanib een effect had op deze biomarker. Patiënten die drie jaar geleden de diagnose van IPF kregen en met een geforceerde vitale capaciteit (FVC) van 80% van de voorspelde waarde werden geïncludeerd. Ze werden 1:2 gerandomiseerd tot oraal nintedanib 150 mg 2x/dag of placebo gedurende 12 weken dubbelblind, gevolgd door nintedanib gedurende 40 weken in open label. Eindpunt was het verschil in door matrix metalloproteïnase 1 en 8 gedegradeerd CRP (CRPM) na 12 weken. In de dubbelblinde periode kregen 116 patiënten nintedanib en 230 placebo. Het verschil in CRPM tussen beide was 0,66 x10-3 ng/ml/maand in het voordeel van nintedanib maar niet significant (p=0,8146). Na 12 weken was de gecorrigeerde FVC met 5,9 ml verbeterd in de nintedanibgroep versus met 70,2 ml verslechterd in de placebogroep. Het verschil bedraagt 76,1 ml (31,7-120,4) in het voordeel van nintedanib dus. Met andere woorden, hoewel nintedanib geen verschil geeft in wijziging van CRPM (versus placebo over 12 weken), gaat het toch gepaard met een minder snelle achteruitgang in longfunctie. De auteurs besluiten hieruit dat de wijziging in CRPM niet als biomarker voor respons op nintedanib bij IPF-patiënten kan worden gebruikt. Maher T et al. Biomarkers of extracellular matrix turnover in patients with idiopathic pulmonary fibrosis given nintedanib (INMARK study): a randomised, placebo-controlled study. Lancet Respir Med 2019. Published:July 17. DOI:https://doi.org/10.1016/S2213-2600(19)30255-3