...

Een gerandomiseerde studie die de e-sigaret heeft vergeleken met nicotinevervangingsmiddelen, zou ons daarbij kunnen helpen. Het gebeurt zeer zelden dat een gerandomiseerde studie wordt uitgevoerd in die context, en daarom alleen al loont het de moeite de studie te vermelden.Die studie is niet specifiek bij hiv-geïnfecteerde patiënten uitgevoerd, maar is toch interessant omdat het voor een keer een echte gerandomiseerde studie betreft, die bovendien gepubliceerd is in the New England Journal of Medicine.De studie is uitgevoerd bij 886 patiënten die al lang rookten en die wilden stoppen met roken. De patiënten werden in twee even grote groepen verdeeld: een elektronische sigaret van de tweede generatie of gebruik van nicotinevervangingsmiddelen (kauwgom, pleister of spray) samen met psychologische begeleiding gedurende vier weken. Het primaire eindpunt was het percentage rookstop na een follow-up van één jaar. Het percentage rookstop na één jaar bedroeg 18% bij de dampers en 9,9% bij de patiënten die nicotinevervangingsmiddelen gebruikten, dus bijna twee keer meer. Na een follow-up van een jaar bedroeg de retentie nog altijd 80% bij gebruik van de e-sigaret tegen slechts 9% bij gebruik van een nicotinekauwgom of -pleister. De studie geeft ook informatie over de veiligheid van die twee methoden van hulp bij rookstop. De frequentste bijwerking van de e-sigaret was irritatie van de keel en de mond, terwijl nicotinevervangingsmiddelen vooral nausea veroorzaakten. Wat de respiratoire symptomen betreft, verminderden het hoesten en de slijmen bij de dampers, maar had dampen geen significant effect op de piepende ademhaling en de kortademigheid.De resultaten waren dus duidelijk beter met de e-sigaret van de tweede generatie. Verontrustend is echter het hoge percentage afhankelijkheid na een jaar follow-up. Wordt een verslaving dan niet vervangen door een andere, terwijl de veiligheid van dampen op lange termijn nog altijd niet duidelijk is?Ref.: Hadjek P. et al. NEJM 2019;380:629-37.