...

De onderzoekers hebben de patiënten die werden gezien in het medisch universitair centrum van Amsterdam, uitgenodigd om voor de consultatie een gedetailleerde vragenlijst in te vullen over hun huidige gezondheidstoestand en andere door hen zelf gerapporteerde uitkomstmaten (PROM, Patient Reported Outcomes Measures). Met de PC-PTSD-5 hebben de vorsers een posttraumatische stressstoornis opgespoord. Een eerste vraag in die vragenlijst is: "Hebt u een traumatiserend gebeuren meegemaakt?" De patiënten die daar met ja op hadden geantwoord, werden dan verder ondervraagd over hun ervaringen tijdens de afgelopen maand zoals nachtmerries over dat gebeuren, vermijden van situaties die hen daaraan herinnerden, op zijn hoede of waakzamer zijn, zich verdoofd, onthecht, vermoeid of schuldig voelen. Bij de patiënten die minstens drie van die symptomen vertoonden, werd een diagnose van posttraumatische stressstoornis gesteld. De 474 patiënten die de PC-PTSD-5 hebben beantwoord, waren overwegend mannen (85%), geboren in Nederland of een ander land met een hoog inkomen (79%). 99% had een onmeetbaar lage viruslast. Bij de helft was de diagnose meer dan 16 jaar geleden gesteld. 62 respondenten (13%) vertoonden kenmerkende symptomen van een posttraumatische stressstoornis. Dat is dus meer dan in de algemene bevolking (volgens de beschikbare studies zou circa 4% van de mensen in de algemene bevolking die een traumatiserend gebeuren hebben meegemaakt, een posttraumatische stressstoornis vertonen). Het is vergelijkbaar met de cijfers die worden gemeten bij kankerpatiënten (15%), patiënten met chronische pijn (10%) en oud-strijders (14%). Bij multivariate analyse correleerden een jongere leeftijd, depressieve symptomen en intense chronische vermoeidheid significant met een posttraumatische stressstoornis. De gemiddelde leeftijd van de patiënten met en zonder symptomen van een posttraumatische stressstoornis was gemiddeld respectievelijk 46 en 56 jaar. 48% van de patiënten met een posttraumatische stressstoornis had depressieve symptomen tegen 10% van de patiënten zonder posttraumatische stressstoornis. Het percentage patiënten met een intense chronische vermoeidheid bedroeg respectievelijk 45% en 13%. De vorsers pleiten er dan ook voor hiv-patiënten een vragenlijst te laten invullen om een posttraumatische stressstoornis op te sporen. Ook al kan de arts dergelijke symptomen niet zelf behandelen, dan nog is het belangrijk dat hij een gesprek aangaat met de patiënt met het oog op mogelijke therapeutische acties zoals verwijzing naar een dienst voor geestelijke gezondheidszorg voor verdere evaluatie en behandeling van de posttraumatische stressstoornis. Ref.: Moody K. et al. OS1.04, EACS 2023, Warschau.