...

De auteurs hebben een retrospectieve analyse uitgevoerd van de gegevens van een tertiair referentiecentrum. In het totaal ging het om 492 patiënten met een chronische inflammatoire darmaandoening met aantasting van het colon die werden gescreend op kanker met evaluatie van de pathologisch-anatomische graad van de letsels. Tijdens een follow-up van 2.149 patiëntjaren werd een diagnose van ongedefinieerde dysplasie gesteld bij 53 patiënten (10,8%). Het risico op een gevorderde colorectale kanker (gecorrigeerde HR 6,85; 95% BI 1,78-26,4) en het risico op colorectale kanker (gecorrigeerde HR 3,25; 95% BI 1,50-7,05) waren significant hoger bij patiënten met een ongedefinieerde dysplasie dan bij patiënten zonder dysplasie. De HR van colectomie was niet hoger (p = 0,78). Het risico op een gevorderde colorectale kanker was anderzijds significant hoger bij patiënten met een laaggradige dysplasie dan bij patiënten met een ongedefinieerde dysplasie (p = 0,05). De incidentie van gevorderde colorectale kanker was 0,4% per patiëntjaar als er geen dysplasie was vastgesteld, 3,1% in geval van een ongedefinieerde dysplasie en 8,4% in geval van een laaggradige dysplasie.Er werd dus een onafhankelijke correlatie waargenomen tussen ongedefinieerde dysplasie en een hoger risico op gevorderde colorectale kanker. Dat moet verder worden onderzocht. Als er inderdaad een correlatie blijkt te zijn, moeten de richtlijnen voor bewaking van colorectale kanker worden aangepast.Naar R Mahmoud et al. Clin Gastroenterol Hepatol. 2019 Aug 22. [Online gepubliceerd voor de papieren versie op]. https://www.cghjournal.org/article/S1542-3565(19)30907-3/abstract