...

Nederlandse vorsers hebben een multicentrische, gerandomiseerde non-inferioriteitsstudie uitgevoerd bij patiënten met een recente (< 36 uur), stabiele, symptomatische atriumfibrillatie om een vroege cardioversie (n = 219) te vergelijken met een uitgestelde cardioversie (n = 218, initiële controle van het ritme en cardioversie als het sinusritme niet herstelt binnen 48 uur).Bij 69% van de patiënten van die laatste groep herstelde het sinusritme spontaan binnen 48 uur en bij 28% na cardioversie. In de eerste groep was het sinusritme bij 16% van de patiënten weer hersteld voor de cardioversie (spontaan herstel) en bij 78% na cardioversie.91% van de 212 evalueerbare patiënten van de laatste groep en 94% van de 215 evalueerbare patiënten van de eerste groep waren na 4 weken in sinusritme (primair eindpunt). Die resultaten bevestigen dus de non-inferioriteit van een uitgestelde cardioversie.Tijdens de follow-up van 4 weken is de atriumfibrillatie gerecidiveerd bij 49 van de 164 patiënten (30%) van de groep uitgestelde cardioversie en bij 50 van de 171 patiënten (29%) van de groep vroege cardioversie. Binnen 4 weken na de randomisatie hebben 10 patiënten van de groep uitgestelde cardioversie en 8 patiënten van de groep vroege cardioversie cardiovasculaire complicaties ontwikkeld.N.A.H.A. Pluymaekers et al. N Engl J Med. 2019; 380: 1499-508.