...

De patiënten werden ingedeeld in twee groepen: gedecompenseerd hartfalen en chronisch hartfalen. De linkerventrikelejectiefractie (LVEF) werd geclassificeerd als gevrijwaard (≥ 50 %), licht gedaald (40 tot 49 %) of gedaald (< 40 %). 1.475 van de 1.661 vertoonden een gedecompenseerd hartfalen (60%) of chronisch hartfalen (40%). De prevalentie van ijzertekort (ESC-criteria 2016) was van de grootteorde van 50% (58% bij de patiënten met een gedecompenseerd hartfalen en 39% bij de patiënten met chronisch hartfalen, p < 0,001). Respectievelijk 70% en 35% van de patiënten hadden een transferrinesaturatie < 20% (p < 0,001). De vraag rijst dan ook of de huidige definitie van ijzertekort wel relevant is, althans bij patiënten met gedecompenseerd hartfalen.Er is vaker een ijzertekort gemeten bij patiënten met een gevrijwaarde LVEF (57,5%) dan bij patiënten met een licht verminderde (47,4%) of verminderde (44,3%) LVEF (p < 0,001).Tot nog toe is vooral onderzoek verricht bij patiënten met een chronisch hartfalen met een gedaalde LVEF. Uit deze studie blijkt echter dat ijzertekort zeer frequent is bij patiënten met een gedecompenseerd hartfalen of chronisch hartfalen met gevrijwaarde LVEF.De ESC raadt intraveneuze ijzerinjecties aan bij symptomatische patiënten met een gedaalde LVEF, maar er zijn geen richtlijnen voor patiënten met chronisch hartfalen met een gevrijwaarde LVEF. Dat wordt momenteel onderzocht (studies NCT03074591, NCT03833336 en NCT04945707). Naar A Cohen-Solal et al. ESC Heart Fail. 2022; 9: 874-884. https://doi.org/10.1002/ehf2.13850