...

Een recente studie heeft de correlatie onderzocht tussen metabole fenotypes, coronair lijden en de incidentie van ernstige cardiovasculaire accidenten (MACE). De vorsers zijn daarbij uitgegaan van de gegevens van 4.381 patiënten van de PROMISE-studie (Prospective Multicenter Imaging Study for Evaluation of Chest Pain) bij wie een CT-scan van de kransslagaders was uitgevoerd. De patiënten werden in vier groepen ingedeeld naargelang van de aan- of afwezigheid van obesitas (BMI ≥ 30 kg/m²) en het bestaan van hoogstens één item versus meer dan één item van het metabool syndroom. De cardiovasculaire impact werd beoordeeld op grond van radiografische gegevens, ernstige verkalkingen (coronaire calciumscore ≥ 400), ernstige coronaire stenosen (≥ 70%) en atheroomplaten met een hoog risico op ruptuur en MACE.48,4% van de patiënten waren mannen. De gemiddelde leeftijd was 60,5 ± 8,1 jaar. 49,4% van de patiënten was metabool gezond (0 of 1 item = MS-, van wie 30,7% niet zwaarlijvig was en 18,7% zwaarlijvig) en 50,6% vertoonde meer dan één item van het metabool syndroom (MS+, van wie 22,3% niet zwaarlijvig was en 28,4% wel).De resultaten van een CT-scan van de kransslagaders toonden geen significant verschil tussen zwaarlijvige en niet-zwaarlijvige MS- of MS+ patiënten. De resultaten waren echter significant slechter bij de MS+ patiënten (zwaarlijvige en niet-zwaarlijvige) dan bij de niet-zwaarlijvige MS- patiënten.Tijdens een mediane follow-up van 26 maanden zijn 130 MACE geregistreerd. Enkel de niet-zwaarlijvige MS+ patiënten liepen een hoger risico dan de niet-zwaarlijvige MS- patiënten (HR 1,61; 95% BI: 1,02-2,53), de zwaarlijvige MS+ patiënten (HR 1,06; 95% BI: 0,66-1,72) en de zwaarlijvige MS- patiënten niet (HR 1,06; 95% BI: 0,62-1,82).Volgens die studie hangt het cardiovasculaire risico dus vooral af van het metabole fenotype en is het risico het hoogst bij niet-zwaarlijvige MS+ patiënten. Kammerlander AA et al. Diabetes Care 2021; 44: 1038-45. https://care.diabetesjournals.org/content/44/4/1038