...

Hij zet meteen de toon: "De cardiologen hebben de voorbije jaren al meer dan genoeg lineaire besparingen moeten slikken. We hebben amper nog de mogelijkheid om onze patiënten kwaliteitsvolle onderzoeken aan te bieden tegen een voldoende terugbetaling. Voor ons kan er dus geen sprake zijn van verdere ingrepen." Van Camp hoopt ook op een constructieve samenwerking. "Als het is om naar onze voorstellen te luisteren en die na afloop meteen opzij te schuiven, hoeft het voor ons niet. We hebben genoeg van de pseudo-democratie van het Riziv."Correcte indicatoren Verder pleit prof. Van Camp ervoor om de cardiologen van meet af aan te betrekken bij de onderhandelingen over een nieuwe ziekenhuisfinanciering. Wetenschappelijke argumenten moeten aan de basis liggen van een nieuw systeem, luidt het. De BSC hamert ook op correcte kwaliteitsindicatoren. "Zeker als die openbaar worden gemaakt - iets waar wij overigens geen vragende partij voor zijn - is het van groot belang dat ze correct zijn." Als je bijvoorbeeld voor myocardinfarct de mortaliteit als criterium neemt, dan moet dat gecorrigeerd worden volgens het risicoprofiel van de patiënt. "Het kan niet dat topziekenhuizen, die de zwaarste gevallen opvolgen, afgestraft worden omdat ze een grotere mortaliteit laten optekenen", legt prof. Van Camp uit. En als de regering maatregelen treft, dan moet ze daar ook de gevolgen van dragen, vindt de BSC-voorzitter. Dat is volgens hem niet het geval in het dossier van de B2-hartcentra. "Een KB maakte het mogelijk dat er een aanzienlijk aantal van die centra de deuren opende, terwijl het nut daarvan nochtans wordt tegengesproken. Het zou dan ook logisch zijn dat de nodige middelen zouden volgen. Momenteel kunnen de interventiecardiologen in die centra hun prestaties in het systeem inbrengen, maar ze kunnen ze niet aanrekenen. Die situatie is niet houdbaar als je kwaliteitszorg wil blijven verstrekken."Het integrale interview met prof. Van Camp leest u morgen in Artsenkrant.