The Worker (Fisher Z, 1979)
We leren tijdens de lessen Epidemiologie allemaal over het fenomeen healthy worker effect. Echter, dat is tot op de dag van vandaag een vaag omschreven term. Het is een vervelend, methodologisch obstakel bij veel wetenschappelijke studies, vooral maar zeker niet alleen in de arbeidsgeneeskunde. Sommigen beschouwen het als een 'gewoon probleem' bij studies. Anderen vinden het zelfs een aparte wetenschap.
De term healthy worker effect (HWE) vond zijn oorsprong in een wetenschappelijke publicatie van McMichael en collega's (J Occup Med, 1976). Zij beschreven dat de werknemers die deel uitmaakten van een werkende groep rubberindustriearbeiders, gezonder waren dan de algemene bevolking. De werkende groep (de cohorte die opgevolgd werd doorheen de jaren) had minder last van ziektes (zowel qua ernstgraad als frequentie) en kende een lager sterftecijfer. Dat verschijnsel kreeg van McMichael et al. de naam healthy worker effect. Het krijgt tegenwoordig wel eens de meer accurate benaming active worker effect.
Door het HWE worden de mogelijke negatieve gevolgen van werken onder bepaalde omstandigheden (gedeeltelijk) tenietgedaan: het zorgt voor een onderschatting van het effect van de beroepsblootstelling (relatief risico) op de ziekte en/of sterfte. Gezonde werknemers worden meer tewerkgesteld en blijven langer werken dan degenen met een minder goede gezondheid. Dat selectieproces bestaat uit twee componenten: het healthy worker hire effect (zelfselectie door werknemer én door werkgever) en het healthy worker survivor effect.
Gezonde werknemers worden meer tewerkgesteld en blijven langer werken dan degenen met een minder goede gezondheid.
Bij het healthy worker hire effect schat de werknemer zijn eigen gezondheidssituatie in en beslist of die overeenkomt met de jobvereisten ("ik kan de job aan"). Of het is de werkgever die gezonde(re) werknemers verkiest. Voor beroepen als brandweerman, soldaat en politieagent zijn er duidelijke beroepseisen. Dat op zich is ook al een vorm van selectie.
Het HWE is het gevolg van het hebben van werk, wat leidt tot een aantal voordelen: een hogere levensstandaard, een betere toegang tot de gezondheidszorg, en levensstijlveranderingen zoals minder roken, meer routinematige gezondheidsbeoordelingen en meer fysieke activiteit.
Selectiebias bestaat onder andere uit de zelfselectie van de werknemers en de aanwervingsselectie door werkgevers. Daarnaast vallen mensen met gezondheidsproblemen af (healthy worker survivor effect) naarmate de tijd vordert en verlaten ze de groep van de werkenden (de survivors, die over het algemeen niet ziek of minder ziek zijn).
Het HWE wordt beïnvloed door verschillende factoren. Dat komt onder meer tot uiting bij het vergelijken van vrouwen met mannen, interraciale verschillen en verschillen in socio-economische status. Ook de duur van de tewerkstelling, het startmoment van de tewerkstelling en de keuze van de vergelijkingsgroep (algemene bevolking, administratief bedienden, ...) hebben een invloed (Chowdhury et al., Int J Occup Environ Med, 2017).
Het healthy worker effect is groter bij korter lopende studies, want het effect vlakt af over de tijd. De gezondheidstoestand van de werkenden verslechtert met de tijd, en zal na een periode van 25 jaar steeds meer de gezondheidstoestand van de algemene bevolking benaderen. Deze tijdsafhankelijke confounding zou meer spelen bij niet-kankergerelateerde overlijdens dan bij overlijdens door kanker (grotere latentietijd van het optreden van de ziekte).
Vele statistische methodes en modellen zijn al in gebruik (geweest) om het HWE te minimaliseren. Een zaligmakende aanpak kwam nog niet uit de bus.
Ondanks alles, blijft het healthy worker effect dus een complex probleem met vele gezichten.