In de internationale literatuur is er de laatste tijd heel wat gedebatteerd over de rol van CT thorax bij screening naar covid-19. Vaak waren de standpunten nogal zwart-wit: aangewezen of niet aangewezen. Een studie van het AZ Delta onder leiding van dr. Kristof De Smet (diensthoofd radiologie) brengt een genuanceerder beeld naar voren.
...
De drijfveer om een CT-scan van de thorax aan te wenden bij de detectie van covid-19 verwijst naar de beperkingen van de PCR-test uitgevoerd op materiaal van de keel- of neusholte: in acute situaties kan stockbreuk optreden, het resultaat laat zowat twaalf uur op zich wachten en de literatuur geeft uiteenlopende waarden aan voor de sensitiviteit. Toch is de PCR-test de gouden standaard.Voor- en tegenstanders van de screening met CT-scan van de thorax hebben intussen hun visie gegeven. Cijfers en voorspellingen rond de sensitiviteit en de specificiteit van de test varieerden sterk. "Toen de covid-epidemie bij ons opdook, hebben we in AZ Delta beslist het beeldvormend onderzoek bij patiënten met een vermoeden van covid-19 uit te voeren met CT-scan", zegt dr. Kristof De Smet. "De klassieke radiografie is immers niet voldoende gevoelig om de letsels veroorzaakt door covid-19 zichtbaar te maken. We voeren de CT-scan wel uit met een verlaagde stralingsdosis. Vanaf 19 maart hebben we een gestructureerde rapportering voor de CT-scan van de thorax ingevoerd, aan de hand van CO-RADS-classificatie. Dit gevalideerde systeem is ontwikkeld door Nederlandse onderzoekers en werd recentelijk gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Radiology. We zijn het in AZ Delta gaan gebruiken vóór het breed was uitgerold door de Nederlandse radiologen. De CO-RADS-classificatie beoordeelt de waarschijnlijkheid dat de patiënt met covid-19 besmet is op basis van de CT-bevindingen. " De onderzoekers verzamelden CT-scans van de thorax bij twee groepen patiënten. Enerzijds patiënten die zich aanmeldden via spoed omdat ze symptomen hadden die suggestief waren voor covid-19 (n=859). Anderzijds patiënten met een andere medische problematiek, maar waarbij het uitvoeren van een CT-scan van de thorax aangewezen was (n=1.138). Tegelijk kregen al deze patiënten een PCR-test. De resultaten werden samengebracht in een gegevensbank. "We stelden vast dat de CT-scan van de thorax andere karakteristieken heeft in de symptomatische dan in de asymptomatische populatie", vat Kristof De Smet de resultaten samen. "Bij de symptomatische populatie is de sensitiviteit hoog - ze bedraagt hier 90%. In deze populatie is de CT-scan van de thorax dus een ideaal triagemiddel op de dienst spoedgevallen, omdat het resultaat veel sneller beschikbaar is dan dat van de PCR-test. Dat is belangrijk als patiënten massaal instromen, zoals dat op de piek van de epidemie het geval was. Met een snelle én betrouwbare triagetest kan men patiënten zeer snel naar de juiste aanpak doorverwijzen." Binnen de populatie van de asymptomatische patiënten liggen de kaarten anders: "Hier bedraagt de sensitiviteit slechts 45%. Daarom is screening met CT-scan bij asymptomatische patiënten niet aangewezen. Daarentegen is de specificiteit in deze groep zeer hoog, met een cijfer van 89%. Anders gezegd, als men bij een asymptomatische patiënt op de CT-scan letsels vindt die suggestief zijn voor covid-19, dan is de kans groot dat die patiënt inderdaad covid-19 heeft, zeker als de prevalentie van covid-19 hoog is in de algemene bevolking. Tijdens een epidemie van covid-19 kan men op grond daarvan beslissen om de patiënt in isolement te plaatsen." "Om de CT-scan van de thorax doeltreffend in te zetten is het klinisch beeld dus het primordiale criterium: is de patiënt symptomatisch of niet? Bij symptomatische patiënten is het zinvol om laagdrempelig een CT-scan van de thorax uit te voeren. Bij asymptomatische patiënten krijg je met dit soort screening een te groot aantal vals negatieven. Maar als toevallige vondst zijn suggestieve letsels in deze patiëntengroep wél betekenisvol. Het is nuttig om dit voor ogen te houden met het oog op een tweede of derde golf van de epidemie." En hoe zat het met de specificiteit van de CT-scan in de symptomatische bevolking? "Die is lager dan bij asymptomatische patiënten: 73%. Dat is begrijpelijk", weet dr. De Smet. "We bevonden ons in de maanden maart en april aan het einde van het griepseizoen. Van de patiënten met respiratoire symptomen had een aantal influenza. Onder andere die personen leverden op de CT-scan de vals-positieve resultaten aan." Met een iets speculatiever redenering kan men ook aanvoelen waarom de sensitiviteit laag is bij asymptomatische patiënten: bij hen zijn longletsels waarschijnlijk veeleer zeldzaam. Die gevallen van infectie worden dan ook gemist op de CT-scan. "Met deze gegevens - verzameld op basis van een recent, gevalideerd classificatiesysteem in een aanzienlijke populatie patiënten, en bijgehouden in een goed beheerde gegevensbank - bieden we een houvast in de reflectie rond de rol van de CT-scan bij screening naar covid-19", concludeert Kristof De Smet. "We hebben onze resultaten dan ook aan een peer- reviewed tijdschrift voorgelegd voor publicatie."