...

Het primaire eindpunt van de QUATUOR-studie was een onmeetbaar lage viruslast bij inname van een drievoudige combinatietherapie 4 dagen na elkaar gevolgd door 3 dagen zonder vs. continue inname 7 dagen op de 7. Te oordelen naar het primaire eindpunt was een intermitterend schema dus niet minder effectief dan een continue behandeling. De studie, die is gepubliceerd in The Lancet, concludeert dat een intermitterende behandeling een effectief alternatief is bij patiënten die de behandeling goed naleven. In die studie zijn echter 6 gevallen van virologische mislukking vastgesteld met de intermitterende behandeling en 3 met de continue behandeling. We moeten dus toch goed nadenken over de mogelijke 'bijwerkingen' van zo'n lichtere behandeling. De DUETTO-studie heeft een intermitterende tweevoudige combinatietherapie geëvalueerd. Het primaire eindpunt was de frequentie van virologische mislukking. In de intermitterend behandelde groep zijn 8 gevallen van virologische mislukking vastgesteld tegen geen enkel in de continu behandelde groep. Er kon dus geen sprake zijn van non-inferioriteit. De studie werd als negatief beschouwd, ook al was het percentage patiënten met een onmeetbaar lage viruslast nagenoeg identiek (94,5% met de intermitterende behandeling en 96,3% met de continue). Een intermitterende drie- of tweevoudige combinatietherapie resulteert in een zeer hoog en nagenoeg identiek percentage patiënten met een onmeetbaar lage viruslast, maar er zijn meer gevallen van virologische mislukking geregistreerd met een intermitterende behandeling (zowel een drie- als een tweevoudige combinatietherapie). Dat is zeker een van de redenen waarom de internationale wetenschappelijke verenigingen zoals de EACS geen intermitterende behandeling aanraden (en dat geldt zowel voor een drie- als voor een tweevoudige combinatietherapie). Een belangrijke herinnering, die de wat te enthousiaste conclusie van het artikel over intermitterende drievoudige combinatietherapie toch wat tempert.