...

De enquête is uitgevoerd bij alle homo-, bi- of heteroseksuele mannen die regelmatig geslachtsgemeenschap hadden met mannen en die in de kliniek voor seksuele gezondheid van het St George's Hospital in Londen werden gevolgd. Bij die enquête werden vragen gesteld over de geestelijke gezondheid, het gebruik van drugs en alcohol en chemseks. 20% van de homoseksuele mannen die tussen januari 2014 en september 2017 op spreekuur zijn gekomen, had aan chemseks gedaan. Chemseks werd daarbij gedefinieerd als het gebruik van een van de volgende drugs om geslachtsgemeenschap te faciliteren, te verbeteren of te 'kruiden': metamfetamine, GHB/GBL, mefedron, ketamine, MDMA, cocaïne of amfetamine. De meeste mannen die aan chemseks hadden gedaan, hebben daarbij vooral de eerste drie drugs gebruikt en hebben vaak meerdere drugs tegelijkertijd gebruikt. De mannen die aan chemseks hadden gedaan, werden dan ondervraagd over de kwalijke effecten en ongewenste gevolgen van het drugsgebruik. De onderzoekers hebben daarbij het gebruik van metamfetamine vergeleken met chemseks met andere drugs (hoofdzakelijk GHB/GBL en mefedron). Bij chemseks blijkt metamfetamine de schadelijkste drug te zijn. 1. Het aantal mannen dat negatieve invloed op de geestelijke gezondheid had ondervonden, bedroeg 66% bij de metamfetaminegebruikers en slechts 29% bij de mannen die andere drugs gebruikten; 2. Arbeidsongeschiktheid: 49% (metamfetamine) vs. 16% (andere drugs); 3. Overdosering: 34% vs. 7%; 4. Invloed op relaties (gezin, partner, vrienden, collegae): 41% vs. 22%; 5. Ziekenhuisopname: 35% vs. 4%; 6. Strafrechtelijke implicaties: 13% vs. 8%; 7. Financiële implicaties: 37% vs. 5%. 84% van de metamfetaminegebruikers erkende de negatieve gevolgen van hun verslaving (tegen 47% van de mannen die andere drugs gebruikten voor chemseks). Ook de andere gegevens van die enquête bevestigen de ravage die een metamfetamineverslaving aanricht. Het aantal mannen dat drugs spoot, was negenmaal hoger bij de metamfetaminegebruikers. Het aantal mannen dat aan vuistneuken deed, was zesmaal hoger en het aantal mannen dat seksuele speeltjes deelde, was viermaal hoger. Al die gedragingen correleerden met een hoger risico op overdracht van het hepatitis C-virus, het hiv of een seksueel overdraagbare infectie. Het aantal mannen dat regelmatig naar een prostituee ging, was driemaal hoger bij de metamfetaminegebruikers. Het aantal mannen dat zichzelf prostitueerde, was ook hoger bij de metamfetaminegebruikers dan bij de mannen die aan chemseks met andere drugs deden, en het aantal mannen met een seksueel overdraagbare infectie was tweemaal hoger. Ref.: Pakianathan M et al. Poster P75, 4th Conference British HIV Association (BHIVA) and British Association for Sexual Health and HIV (BASHH), Edinburgh.