Voor diegenen die net als prof. dr. André Scheen (ULg) nog de glucosurie hebben bepaald bij diabetespatiënten, is meting van het glucosegehalte met een biosensor inderdaad een revolutie. Maar de Luikse specialist ziet er vooral een mogelijkheid in om de patiënten beter te behandelen en hun levenskwaliteit te verhogen.

Volgens prof. dr. Christophe De Block (UIA) is de glykemiecontrole uiteraard belangrijk. Alles wat helpt om de glykemie gemakkelijker te meten, hypo- en hyperglykemie te voorkomen en de behandeling van diabetespatiënten te verbeteren, is zeer welkom.

In juli is de diabetesconventie veranderd. Prof. Chantal Mathieu (UZ Gasthuisberg, KU Leuven) schetst er de grote lijnen van.

De wetenschappers zijn absoluut pro en de resultaten van studies zijn overtuigend. Neemt niet weg dat we ons toch mogen afvragen of dat voor de patiënt echt iets verandert. De volgende getuigenissen zijn dan ook interessant.

Prof. Jan Bolinder besprak de resultaten van de IMPACT-studie, die heeft aangetoond dat de FreeStyle Libre belangrijke voordelen biedt. Dankzij het toestel en de biosensor kunnen de patiënten de glykemie beter onder controle brengen en episoden van hypo- of hyperglykemie beter voorkomen.

Prof. Chantal Mathieu (KUL) benadrukt dat zelfmeting van de glykemie met een biosensor een nieuwe kijk geeft op diabetes. Dankzij die technologische krachttoer kan de arts diabetes beter uitleggen aan de patiënt en kan de patiënt zichzelf beter in handen nemen, wat zijn autonomie ten goede komt.

Eén van de essentiële punten die de verschillende specialisten op het colloquium hebben belicht, is de precisie van de metingen. En bovendien hoeft het toestel niet te worden geijkt.

Een betere aanpak van diabetes, dat was het centrale thema van een colloquium dat Abbott recentelijk in Terhulpen heeft gehouden. Op het colloquium werd de nieuwe diabetesconventie besproken over het zelfmanagement van diabetespatiënten en werd een nieuwe, interstitiële glucometer, FreeStyle Libre, gepresenteerd. Die moet het leven van de patiënten en de follow-up door de behandelende arts vergemakkelijken.