...

Hiervoor werden 252 patiënten behandeld met lobaplatingebaseerde (lobaplatin 30 mg/m2 op dag 1 en 22, en fluorouracil 800 mg/m2 op dag 1-5 en 22-26 gedurende twee cycli) inductiechemotherapie, gevolgd door bijkomende lobaplatingebaseerde (twee cycli intraveneus lobaplatin 30 mg/m2 om de drie weken plus radiotherapie) chemoradiotherapie en 250 patiënten met cisplatingebaseerde (cisplatin 100 mg/m2 op dag 1 en 22, en fluorouracil 800 mg/m2 op dag 1-5 en 22-26 gedurende twee cycli) inductiechemotherapie, gevolgd door bijkomende cisplatingebaseerde (twee cycli intraveneus cisplatin 100 mg/m2 om de drie weken plus radiotherapie) chemoradiotherapie. Bij een mediane follow-up van 75,3 maanden (IQR 69,9-81,1) bedroeg de 5-jaars progressievrije overleving 75,0% (95% CI 69,7 tot 80,3) in de lobaplatingroep tegenover 75,5% (70,0 tot 81,0) in de cisplatingroep (HR 0,98, 95% CI: 0,69 tot 1,39, log-rank p=0,92). De 5-jaars progressievrije overleving was 74,8% (95% CI: 69,3 tot 80,3) in de lobaplatingroep en 76,4% (70,9 tot 81,9) in de cisplatingroep (HR 1,04, 95% CI: 0,73 tot 1,49, log-rank p=0,8). De 5-jaars algemene overleving was 88,2% (95% CI: 84,3 tot 92,3) in de lobaplatingroep en 89% (84,9 tot 92,9) in de cisplatingroep. De 5-jaars locoregionale recidiefvrije overleving was 87,7% (95% CI: 83,6 tot 91,8) in de lobaplatingroep en 88,8% (84,7 tot 92,9) in de cisplatingroep. De 5-jaars metastasevrije overleving was 86,6% (95% CI: 82,3 tot 90,9) in de lobaplatingroep en 85% (80,5 tot 89,5) in de cisplatingroep.De onderzoekers noteerden een significant hoger aantal bijwerkingen van graad 1-2 in de cisplatingroep in vergelijking met de lobaplatingroep: nausea van graad 1-2 (187 [75%] van de 249 patiënten in de cisplatingroep tegenover 106 [42%] van de 252 patiënten in de lobaplatingroep, p<0,0001), braken (150 [60%] tegenover 54 [21%], p<0,0001), nefrotoxiciteit (92 [37%] tegenover 53 [21%], p<0,0001), en gewichtsverlies (163 [66%] tegenover 80 [32%], p<0,0001). Bijwerkingen van graad 3-4 werden waargenomen bij 158 (63%) van de 252 patiënten in de lobaplatingroep en 182 (73%) van de 249 patiënten in de cisplatingroep. De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3-4 waren mucositis (102 [41%] van de 252 in de lobaplatingroep tegenover 99 [40%] of 249 in de cisplatingroep), leukopenie (39 [16%] tegenover 56 [23%]), en neutropenie (25 [10%] tegenover 59 [24%]). Behandelingsgerelateerde overlijdens kwamen niet voor.Lv X., Cao,X., Xia,W-X. et all: Induction chemotherapy with lobaplatin and fluorouracil versus cisplatin and fluorouracil followed by chemoradiotherapy in patients with stage III-IVB nasopharyngeal carcinoma: an open-label, non-inferiority, randomised, controlled, phase 3 trial. Lancet Oncol 2021; 22: 716-26. Published Online April 12, 2021 https://doi.org/10.1016/ S1470-2045(21)00075-9.