...

De totale stralingsdosis was 30 Gy op het tumorbed verdeeld over 5 fracties in de APBI-groep en 50 Gy verdeeld over 25 fracties daarna versterkt met 10 GY op het tumorbed in 5 fracties in de WBI-groep.Het primaire eindpunt was het optreden van een homolateraal recidief. Na vijf jaar was er geen verschil tussen de twee groepen (drie gevallen in elke groep).Op het ogenblik van die analyse waren zeven patiënten gestorven in de WBI-groep en één in de APBI-groep. De totale overleving na vijf jaar bedroeg 96,6% in de WBI-groep en 99,4% in de APBI-groep (p = 0,057). In San Antonio werden de resultaten na tien jaar gepresenteerd. Het cumulatieve percentage recidief in dezelfde borst was 3,9% (n = 9) met APBI en 2,6% met WBI (n = 6), p = 0,39. Er werden respectievelijk negen en zeven gevallen van lokaal of regionaal recidief, respectievelijk twee en acht gevallen van kanker in de andere borst en respectievelijk zeven en zeven gevallen van metastasering gerapporteerd.De actuariële overlevingscurven in de APBI- en de WBI-groep liepen perfect parallel: de specifieke overleving bedroeg respectievelijk 97,5% en 97,6% en de totale overleving 92,7% en 93,3%.De veiligheid was nog altijd significant beter met APBI: minder acute cutane toxiciteit en minder cutane toxiciteit op lange termijn (p telkens 0,0001) en betere cosmetische resultaten zowel bij evaluatie door de arts als bij evaluatie door de patiënten (p telkens 0,0001).Bij een aantal patiënten met een borstkanker in een vroeg stadium kan APBI dus een optimale keuze zijn die even effectief is als en veiliger en minder duur dan WBI.I. Meattini et al. San Antonio Breast Cancer Symposium 2019, 10-14 december (Abstract GS4-06).