...

Efficiëntie en veiligheid van LUSPATERCEPT als behandeling van anemie in patiënten met Myelofibrose: de resultaten van de ACE-536-MF-001 studie.Talrijke patiënten met Myelofibrose (MF) lijden onder anemie door de ziekte of de behandeling met een JAK-inhibitor zoals met ruxolitinib. De vermelde studie is een open-label phase 2 onderzoek van SC luspatercept (Luspa) als behandeling van al dan niet transfusie-afhankelijke (TD) anemie bij MFpat. 95 pat. werden geincludeerd in 4 cohortes, bepaald door hun TD en/of stabiele ruxolitinib (Rux) behandeling. Tijdens de primaire behandelingsfase werd de transfusie belasting gereduceerd met >50% in 50% pat. met TD én Rux en bij 47% met TD alleen. Gedurende de hele therapiefase bereikten 21% een Hb toename met >1.5 g/dl in de eerste groep en 14% in de tweede. Pat. zonder TD en Rux verkregen dit bij 27%, en onder Rux alleen zelfs 50%! Behandeling gerelateerde bijwerkingen traden op bij 47%, waaronder de vaakst voorkomende toxiciteit, hypertensie, bij 18%. 9x werd Luspa wegens bijwerking onderbroken. Al deze bevindingen komen overeen met wat voordien gerapporteerd werd. Deze data steunen de phase 3 INDEPENDENCE studie met Luspa in MF-geinduceerde anemie.ROPEGINTERFERON ALFA-2B bij prefibrotische primaire MF en DIPSS laag/intermediair risico MF: effect en veiligheid update en genomische karakterisatie.De meest patiënten zoals hierboven beschreven zullen evolueren naar hoger risico MF of naar volop actieve ziekte. Zonder consensus voor een optimaal management is Ropeginterferon alfa-2B een optie als nieuwe generatie pegIFN, specifiek ontwikkeld voor patiënten met MyeloProliferatieve Neoplasieën. Dit rapport vat een lopende multicentrische phase 2 studie samen bij de bepaalde doelgroep van MF patïenten. 36 mannen en 26 vrouwen werden geincludeerd met een mediane leeftijd van 59 jaar. De mediane opvolging bedroeg 55 weken. Na 24 weken verbeterde het bloedbeeld voor RBC bij 76%, voor WBC bij 87% en voor bloedplaatjes bedroeg dit 79%. De meerderheid van de JAK2V617F gemuteerde patiënten zagen hun 'allele burden' stabiliseren of verbeteren. Niemand van de pre-MF klasse evolueerde tot MF en de blastaire fase kwam bij niemand voor. Er traden geen graad 3 of 4 bijwerkingen op, met malaise als meest frekwente klacht bij 47%. Besluit: Een effectief therapeutisch alternatief voor deze patiënten in pre-MF fase of met laag/intermediair-1 risico PMF.Een gerandomiseerde dubbelblinde phase 3 studie van JAKTINIB versus Hydroxyurea in patiënten met DIPPS intermediair-2 of hoogrisico Myelofibrose.Naast hydroxyureum en ruxolitinib wordt Jaktinib, een nieuwe JAK en AVCR1 inhibitor, kandidaat bij patiënten met MF met splenomegalie, anemie en myelofibrose. Bij een interim analyse op week 24 van deze phase 3 studie Jaktinib vs. Hydroxyureum (47 pat.), bleek de miltindex (SVR35:>35% volumereductie) -46% vs. -18%. De Totale SymptoomScore (TSS50: >50% reductie) was 63% vs. 43%. Cytopenie trad tevens minder op na Jaktinib. BMS-986158, een sterke BET Inhibitor als monotherapie en in combinatie met ruxolitinib of fedratinib in DIPPS intermediair- of hoogrisico MF: een phase 1 / 2 studie. Bromodomain en extraterminale (BET) proteines oefenen effect uit op de celproliferatie, op de overleving en op oncogene progressie. BETinhibitoren al dan niet gecombineerd met JAKi hebben gunstige effecten bij MF pat. De BMS BETi is een orale formulering uit de CA011-023 studie. 23 patiënten werden tot nu bestudeerd. In combinatie met Rux of Fed werd een aanvaardbaar en controleerbaar veigheidsprofiel vastgesteld met meestal enkele graad 1 of 2 bijwerkingen. De eerste resultaten tonen een robuust effect op de miltscore met een respons dat dieper wordt voorbij 12 weken continue behandeling. De dosis-expansie fase van deze studie bij vergevorderde behandelde MF pat. werd ondertussen aangevat. NAVTEMADLIN monotherapie bij JAKi R/R MF.Bij hervallen of refractaire MF patiënten wordt de OS gunstig beinvloed door de ziekte-modifiërende activiteit van Navtemadlin (NVTM), een orale MDM2 inhibitor. MDM2 komt tot overexpressie in de CD34+ myeloblasten bij MF. 113 JAKi R/R pat. werden met NVTM monotherapie behandeld. De OS en PFS verbeterden, geassocieerd aan reducties in 'driver gene' VAF en het aantal circulerende CD34+ cellen. In de BOREAS globale phase 3 studie wordt dit middel actueel vergeleken in de groep met TP53wt JAKi R/R MF patiënten.PELABRESIB bij hydroxyureum R/R Essentiële Thrombocythemie (ET).Deze orale BET inhibitor heeft al waarde bewezen bij MF patiënten en wordt in een arm van de MANIFEST studie gebruikt bij hoogrisisco ET patiënten, refractair of intolerant aan hydroxyureum. Tot nu werden 20 patiënten geïncludeerd. De meesten (90%) bekwamen een manifest beter bloedbeeld, met o.a.een stabiel Hb tot na week 24, en met bevestigde CHR bij 40%. Objectieve symptoomverbetering trad op bij 86%. Mutatie data en farmacodynamische analyse tonen de potentiële verbetering in biomerkers aan, met deze Pela monotherapie.