Kimberly P Dunsmore
Kimberly P Dunsmore

Ongeveer 20% van de kinderen die tussen 2000 en 2005 hebben deelgenomen aan klinische studies van de Groupe d'Oncologie Pédiatrique (COG), heeft de ziekte niet overleefd. Daarom wil de COG andere sporen verkennen.

De AALL0434-studie heeft de veiligheid en de werkzaamheid van nelarabine (NEL), dat specifiek cytotoxisch is voor T-cellen, geëvalueerd bij kinderen en jongvolwassenen (1 tot 30 jaar) met een nieuw gediagnosticeerde acute T-celleukemie (T-ALL, 94%) of een T-lymfoblastenlymfoom (T-LL, 6%).

De patiënten die tussen 2007 en 2014 in de klinische studie werden opgenomen, werden volgens een 2x 2 pseudofactorieel schema gerandomiseerd naar een verhoogd Berlin-Frankfurt-Münsterschema (aBFM) met methotrexaat in stijgende dosering (C-MTX) of in hoge dosering (HD-MTX). De patiënten met een intermediair of hoog risico op relaps werden gerandomiseerd naar een behandelingsgroep met en een behandelingsgroep zonder NEL (zes cycli van vijf dagen in een dosering van 650 mg/m2/d). Tevens kregen de patiënten profylactische of therapeutische radiotherapie van de schedel. De patiënten met een T-ALL die niet op de inductietherapie reageerden, werden niet gerandomiseerd, maar werden stelselmatig behandeld met HD-MTX + NEL. Figuur 1 beschrijft de distributie van de patiënten in de verschillende behandelingsgroepen.

Werkzaamheid

In de totale groep patiënten met een T-ALL bedroeg de ziektevrije overleving (DFS) na vier jaar 84,1% en de totale overleving na vier jaar (primair eindpunt) 90,2%. De resultaten waren beter met C-MTX dan met HD-MTX: de DFS na vier jaar was respectievelijk 90% en 78%.

De DFS na vier jaar bedroeg 88% bij de 323 patiënten met een T-ALL die werden behandeld met NEL, en 83% bij de 363 patiënten die werden behandeld zonder NEL (p = 0,0450). De DFS na vier jaar was het hoogst (91%) bij de 147 patiënten met een T-ALL die werden behandeld met C-MTX + NEL. De verschillen in DFS waren zeer significant (p = 0,002) bij vergelijking van de vier behandelingsgroepen en er waren geen significante interacties tussen de randomisaties naar MTX en NEL.

Bij de 43 patiënten die na mislukken van de inductietherapie werden behandeld met HD-MTX + NEL, bedroeg de DFS na vier jaar 54%, dus meer dan het dubbele van de DFS vroeger (DFS na drie jaar van ongeveer 20%).

Bij de 118 patiënten met een T-LL had de toevoeging van NEL geen significant effect: de DFS na vier jaar was ongeveer 85%.

Veiligheid

De bijwerkingen en de neurologische bijwerkingen waren aanvaardbaar en er was geen significant verschil tussen de vier behandelingsgroepen. De incidentie van neurologische bijwerkingen was zelfs lager bij de patiënten die waren gerandomiseerd naar een NEL-groep.

Conclusie

Gezien de betere DFS in deze studie (de hoogste ooit) zou toevoeging van nelarabine de norm moeten worden bij kinderen en jongvolwassenen met een nieuw gediagnosticeerde T-ALL.

Naar Kimberly P Dunsmore, ASCO 2018, Chicago, 1-5 juni.

Ongeveer 20% van de kinderen die tussen 2000 en 2005 hebben deelgenomen aan klinische studies van de Groupe d'Oncologie Pédiatrique (COG), heeft de ziekte niet overleefd. Daarom wil de COG andere sporen verkennen.De AALL0434-studie heeft de veiligheid en de werkzaamheid van nelarabine (NEL), dat specifiek cytotoxisch is voor T-cellen, geëvalueerd bij kinderen en jongvolwassenen (1 tot 30 jaar) met een nieuw gediagnosticeerde acute T-celleukemie (T-ALL, 94%) of een T-lymfoblastenlymfoom (T-LL, 6%).De patiënten die tussen 2007 en 2014 in de klinische studie werden opgenomen, werden volgens een 2x 2 pseudofactorieel schema gerandomiseerd naar een verhoogd Berlin-Frankfurt-Münsterschema (aBFM) met methotrexaat in stijgende dosering (C-MTX) of in hoge dosering (HD-MTX). De patiënten met een intermediair of hoog risico op relaps werden gerandomiseerd naar een behandelingsgroep met en een behandelingsgroep zonder NEL (zes cycli van vijf dagen in een dosering van 650 mg/m2/d). Tevens kregen de patiënten profylactische of therapeutische radiotherapie van de schedel. De patiënten met een T-ALL die niet op de inductietherapie reageerden, werden niet gerandomiseerd, maar werden stelselmatig behandeld met HD-MTX + NEL. Figuur 1 beschrijft de distributie van de patiënten in de verschillende behandelingsgroepen.WerkzaamheidIn de totale groep patiënten met een T-ALL bedroeg de ziektevrije overleving (DFS) na vier jaar 84,1% en de totale overleving na vier jaar (primair eindpunt) 90,2%. De resultaten waren beter met C-MTX dan met HD-MTX: de DFS na vier jaar was respectievelijk 90% en 78%.De DFS na vier jaar bedroeg 88% bij de 323 patiënten met een T-ALL die werden behandeld met NEL, en 83% bij de 363 patiënten die werden behandeld zonder NEL (p = 0,0450). De DFS na vier jaar was het hoogst (91%) bij de 147 patiënten met een T-ALL die werden behandeld met C-MTX + NEL. De verschillen in DFS waren zeer significant (p = 0,002) bij vergelijking van de vier behandelingsgroepen en er waren geen significante interacties tussen de randomisaties naar MTX en NEL.Bij de 43 patiënten die na mislukken van de inductietherapie werden behandeld met HD-MTX + NEL, bedroeg de DFS na vier jaar 54%, dus meer dan het dubbele van de DFS vroeger (DFS na drie jaar van ongeveer 20%).Bij de 118 patiënten met een T-LL had de toevoeging van NEL geen significant effect: de DFS na vier jaar was ongeveer 85%.VeiligheidDe bijwerkingen en de neurologische bijwerkingen waren aanvaardbaar en er was geen significant verschil tussen de vier behandelingsgroepen. De incidentie van neurologische bijwerkingen was zelfs lager bij de patiënten die waren gerandomiseerd naar een NEL-groep. ConclusieGezien de betere DFS in deze studie (de hoogste ooit) zou toevoeging van nelarabine de norm moeten worden bij kinderen en jongvolwassenen met een nieuw gediagnosticeerde T-ALL.Naar Kimberly P Dunsmore, ASCO 2018, Chicago, 1-5 juni.