Borstkanker kan vanzelfsprekend een enorme psychologische weerslag hebben op patiënten. Na de behandeling moeten vrouwen immers een manier vinden om hun nieuw lichaam te aanvaarden. Oncopsychologe Sarah Hauspie (AZ Maria Middelares, Gent) geeft meer uitleg.
...
Het herstel van borstkanker is niet te onderschatten. "Specifiek worden vrouwen met borstkanker, naast de typische klachten zoals vermoeidheid en pijn, vaak nog geconfronteerd met littekens, anti-hormonale therapie, vervroegde menopauze, opvliegers en ook stemmingswisselingen. Dat heeft erg veel effecten op het psychologisch welzijn, " vertelt Sarah Hauspie. "De meeste mensen in het ziekenhuis stellen zich eerst in een survivalmodus op. Ze zien dan ook vooral een zieke borst waar ze van af willen. Het is pas in een later stadium, naar het einde van de behandeling toe of tijdens de revalidatie, dat het verwerkingsproces op gang komt en ze meer nood krijgen aan een betere levenskwaliteit. Dan valt hun gehavend lichaam op en krijgt het zelfbeeld een deuk." Daarnaast liggen seksuele problemen bij borstkankerpatiënten zeer hoog. Ook hier vertelt Hauspie dat vrouwen zich tijdens de behandeling zelfbeschermend opstellen door de seksualiteit gescheiden te houden. Ze zien hun lichaam vaak als een 'object', waar vreemde mensen aan 'prutsen' en in snijden. Meer naar het einde van het traject komen ook de interesse én de bezorgdheden rond het seksuele aspect weer naar voren. "De pijn, het verlies van gevoel in de borst en de littekens zijn een constante reminder aan de behandeling. Dat kan ook voor een stuk meer angst uitlokken. Anderzijds beschouwen sommige vrouwen hun littekens als oorlogswonden, die nu deel uitmaken van een nieuwe identiteit." Vooral jongere vrouwen hebben het lastig met hun veranderd lichaam. "Oudere mensen zeggen vaak dat hun borsten hun functie al hebben gehad, maar ook daar zijn er die het er moeilijk mee hebben. Ook mensen die het esthetische zeer belangrijk vinden, zullen het uiteraard op sommige vlakken moeilijker hebben. Maar het gaat niet enkel over het verlies van die borst. Ook haarverlies en de kilo's die er vaak bijkomen, zijn niet te onderschatten voor het zelfbeeld." "Wij adviseren om de signalen en het tempo van het eigen lichaam te respecteren. Het is op vele vlakken jezelf een beetje heruitvinden. Daarnaast is het ook belangrijk om niet teveel druk te leggen op dat aanvaardingsproces. Je mag het er gerust lastig mee hebben, want het is een verwerkingsproces dat zijn tijd nodig heeft. Ik raad vrouwen aan om vertrouwd te raken met het nieuwe lichaam op een manier die nog comfortabel is. Zo geven wij praktische tips om een positieve sensatie te koppelen aan die confrontatie. Kijk af en toe in de spiegel, ofwel naakt, ofwel met lingerie of kledij aan, en raak de borst regelmatig aan. Regelmatig in bad gaan kan ook helpen. Daar kan je stapsgewijs met badschuim zelf de mate van confrontatie bepalen. De bedoeling is om jezelf letterlijk bloot te stellen aan dat nieuwe lichaam. De partner hierin betrekken kan ook nuttig zijn om daar samen vertrouwd aan te raken. Wat seksualiteit betreft, is het soms ook aanpassen. Vrouwen die last hebben van opvliegers, kunnen bijvoorbeeld met de partner intiem zijn onder de douche." "De verschillende onderzoekresultaten over het welbevinden na reconstructie zijn zeer gemengd. Enkele studies geven aan dat het zelfbeeld en de aanvaarding van het lichaam beter zou zijn bij vrouwen die na een mastectomie een reconstructie hebben gehad, maar de algemene levenskwaliteit zou echter niet verschillend zijn. Wat ik zelf merk is dat het beslissingsproces zeer belangrijk is. Door voldoende en correcte informatie te krijgen, kan er een doordachte keuze gemaakt worden. Mensen voelen zich dikwijls ook wel goed geïnformeerd op voorhand. Af en toe merk ik nog dat er enige terughoudendheid is bij patiënten om plastische chirurgie in te schakelen, omdat ze denken dat dit als ijdel wordt beschouwd door de maatschappij. Voor deze vrouwen is het aspect van de terugbetaling psychologisch belangrijk, zodat ze de ingreep naar zichzelf toe kunnen verantwoorden. Tenslotte hoor ik soms nog dat mensen die zeer bewust niet kiezen voor een reconstructie, toch gestimuleerd worden in deze richting, zowel vanuit het medisch team, als vanuit de bredere omgeving. Er is dus nog nood aan zeer gebalanceerde informatieverlening, waarbij er ook positieve boodschappen gegeven worden over niet reconstrueren."