...

Dr. Assenmacher gaf zelf ook aan dat het een uitdagend onderwerp is om over te spreken, aangezien er momenteel nog weinig literatuur beschikbaar is. Bij deze techniek, ook wel de Bocciardi-techniek genoemd, wordt de prostaat via een andere toegang benaderd, namelijk boven de endeldarm of het rectum. Hierdoor wordt de ruimte van Retzius, dit is de ruimte tussen de blaas en het schaambeen, gespaard. In 2010 publiceerden Bocciardi en Galfano hun eerste veelbelovende resultaten waarbij ze de techniek hadden toegepast bij vijf patiënten. Bij drie van hen waren de chirurgische marges negatief en was er bovendien een uitstekende vroege continentie. In 2013 publiceerden ze de resultaten van hun eerste 200 patiënten met minstens één jaar follow-up. Bij slechts 25% van de patiënten hadden ze positieve marges, 91% van de patiënten was een week na de operatie continent en 40% was na een maand terug potent. Dr. Assenmacher gaf aan dat hij vanaf dat moment geïnteresseerd was in de techniek, maar wel nog steeds sceptisch bleef en zeker niet klaar om zelf ermee te beginnen. In 2015 begon ook prof. Gaston van het grootste robotcentrum in Europa de techniek toe te passen. Hij publiceerde een uitstekend overzicht van de anatomische oriëntatiepunten die nodig zijn om een Retzius-sparende RARP uit te voeren en beschreef ook stap voor stap de chirurgische techniek met maximaal behoud van het periprostatische neurale netwerk. Op dat punt begon wereldwijd de belangstelling toe te nemen. In 2016 zag dr. Assenmacher dr. Bocciardi live opereren tijdens een congres. Hij was zo onder de indruk dat hij na het congres ook deze Bocciardi-techniek beginnen toepassen is. Samen met dr. Fonseca van Portugal startte hij in 2017 een programma en ondertussen hebben ze al meer dan 400 patiënten geopereerd. Hun publicatie hierover is onderweg. In 2019 werd een systematische review gepubliceerd waarbij de data van de Retzius-sparende RARP werd vergeleken met de standaardaanpak. In totaal werden de resultaten van acht verschillende teams, samen goed voor 330 patiënten, geanalyseerd. De Retzius-sparende operatie duurde gemiddeld 15 minuten minder lang en er was geen significant verschil in bloedverlies en postoperatieve complicaties tussen beide groepen. Deze meta-analyse toonde wel hogere positieve marges in de Retzius-sparende RARP-groep. Dr. Assenmacher verklaarde dit doordat de data voor de Retzius-sparende techniek ook de eerste 100 gevallen bevatten, uitgevoerd door verschillende artsen. Bij deze techniek valt een duidelijke leercurve op. Als de groepen gestratificeerd werden volgens pT-fase was het verschil enkel nog significant voor de pT2-patiënten. De percentages tussen beide groepen waren vergelijkbaar wanneer enkel rekening werd gehouden met de pT3-patiënten. Dr. Assenmacher besloot dat de oncologische resultaten vergelijkbaar zijn met deze van de klassieke techniek, maar dat de functionele resultaten wat betreft continentie en potentie superieur zijn bij de Retzius-sparende techniek. Hij moedigde de deelnemers aan om het ook te proberen. Na zijn verhaal werd er opnieuw een poll gedaan onder de aanwezigen en bleek dat 42% van de artsen de Retzius-sparende RARP wil beginnen gebruiken, maar enkel bij selecte cases. Tijdens de discussie gaf dr. Assenmacher nog aan dat het herkennen van de blaasnek het moeilijkste is als je de techniek begint te leren, maar dat dit uiteraard betert naarmate het aantal gedane ingrepen.