...

Dit cohortonderzoek werd uitgevoerd bij 30 903 mannen met een niet-gemetastaseerde prostaatkanker die werd gediagnosticeerd tussen april 1988 en april 2015. De patiënten werden gevolgd tot in april 2016. Het risico werd geanalyseerd na correctie voor de leeftijd, stoornissen als gevolg van alcohol, het rookgedrag, de body mass index, de gewijzigde Charlson-comorbiditeitsindex, het PSA-gehalte, een voorgeschiedenis van craniaal trauma, het gebruik van antidepressiva, antipsychotica, benzodiazepines en slaapmiddelen en het jaar waarin de diagnose van prostaatkanker werd gesteld.Na een mediane follow-up van 4,3 jaar werd een diagnose van dementie gesteld bij 799 patiënten (incidentie = 6,0/1000 patiëntjaren). Het risico op dementie was niet hoger bij de patiënten die een androgeendeprivatietherapie kregen, dan bij de patiënten die er geen kregen (incidentie = 7,4 vs. 4,4/1000 patiëntjaren, gecorrigeerde HR = 1,02, 95% BI = 0,87-1,19). Bij secundaire analyses veranderde het risico niet significant volgens de duur van de androgeendeprivatietherapie (gecorrigeerd risico 0,84 tot 1,05, het verschil was nooit significant, p voor heterogeniteit = 0,78) of volgens het type androgeen (gecorrigeerd risico 0,69 tot 1,06, geen enkel significant verschil).Khosrow-Khavar F et al. Androgen Deprivation Therapy and the Risk of Dementia in Patients With Prostate Cancer. Journal of Clinical Oncology - Online gepubliceerd voor de papieren versie op 21 november 2016. DOI: 10.1200/JCO.2016.69.6203