...

Inotuzumab-ozogamicine (INO) is een monoklonale antistof gericht tegen CD22 (zit op meer dan 90% van de ALL-B-cellen) die gekoppeld is aan een cytostaticum, calicheamycine. De EWALL-INO-studie (1) heeft INO in een gefractioneerde, lagere dosering vergeleken met een weinig intensieve chemotherapie als eerstelijnstherapie bij patiënten van 55 jaar of ouder met een B-cel-ALL met expressie van CD22 zonder philadelphiachromosoom (Ph-).Op het congres zijn de resultaten gepresenteerd over 90 patiënten (van wie de helft met genetische afwijkingen die gepaard gaan met een hoog risico op recidief) (mediane leeftijd 69 jaar, spreiding 55-84), die al minstens vier maanden zijn gevolgd (mediane follow-up 1,18 jaar, spreiding 0,3-3,5 jaar). Na een inductietherapie in twee fasen (drie en daarna twee INO-doses per week, vijf in het totaal) waren 80 patiënten (89%) in complete remissie, van wie 78 op het einde van fase 1. Bij 67 van de 80 patiënten in complete remissie werd gezocht naar minimale restziekte (MRD). 49 patiënten (73%) waren MRD-negatief (sensitiviteit 10-4). Zes patiënten (6,6%) hebben een allotransplantaat gekregen. Na een jaar was de totale overleving 78% en de recidiefvrije overleving 76%.Drie patiënten zijn gestorven tijdens de inductietherapie. Acht patiënten hebben graad 3/4-hepatotoxiciteit vertoond, van wie drie gevallen van veno-occlusieve ziekte (twee tijdens de inductiefase en een na de allotransplantatie).Die resultaten bieden uitzicht op een significante verbetering van de behandeling van oudere patiënten met een B-ALL.1. Naar de presentatie van Patrice Chevallier, ASH 2021.