Op 24 maart was Roularta Healthcare gastheer voor een eerste virtuele meeting in het kader van het educatieve jaarprogramma 2021. De hoogtepunten van het post-ASCO GI-symposium en de ENETS 2021-conferentie stonden op de agenda.
...
Prof. dr. Marc Van den Eynde (UCL Saint-Luc, Brussel) en prof. dr. Karen Geboes (UZ Gent) presenteerden de highlights van het post-ASCO GI-symposium. Het panel bestond uit voorzitter prof. dr. Marc Peeters (UZ Antwerpen) en gesprekspartners prof. dr. Anne Demols (ULB Erasme) en prof. dr. Eric Van Cutsem (UZ Leuven). In een post-hocanalyse van de KEYNOTE-177- studie bij patiënten met metastatische, colorectale kanker (CRC) met hoge microsatellietinstabiliteit werd gekeken naar progressievrije overleving (PFS) in tweede lijn (1). Van de totale ITT-populatie, stapte 59% van de patiënten bij progressie over van chemotherapie naar een immuuncheckpointinhibitor (ICI). Deze analyse toonde dat de totale PFS hoger was bij patiënten die de ICI in eerste lijn kregen (zie figuur 1). Omdat mono-immuuntherapie niet zo effectief is voor patiënten met microsatellietstabiele, metastatische CRC, werden in een fase II-studie ipilimumab (anti-CLA4), nivolumab (anti-PD1) en panitumumab gecombineerd bij RAS/BRAF wild-type patiënten (2). De partiële respons bedroeg 35% na 12 weken. Dit zijn bemoedigende resultaten, die verdienen om verder onderzocht te worden in grote klinische studies. De resultaten van de combinatie met pembrolizumab en verlengde chemoradiotherapie, na chemo-inductie met FOLFOX en vóór chirurgie uit de NRG-GI002-studie bij lokaal gevorderde, rectale kanker toonden geen verbetering ten opzichte van de controlegroep zonder pembrolizumab (3). En in de fase II-studie TASCO 1 werd trifluridine/tipiracil + bevacizumab vergeleken met capecitabine + bevacizumab bij patiënten met onbehandelde gemetastaseerde CRC, die niet in aanmerking kwamen voor intensieve therapie (4). Een interessante verbetering van de mPFS van 9,2 vs. 7,8 maanden deed zich voor met een aanvaardbaar veiligheidsprofiel. Een interessante, prospectieve fase II-studie werd gepresenteerd over chemotherapie bij 44 patiënten met maagkanker en peritoneale metastasen. Intraperitoneale toediening van paclitaxel+capecitabine en intraveneus oxaliplatine werd vergeleken met een retrospectief cohort behandeld met platinumhoudende chemotherapie (5).Met een algehele mediane overleving (mOS) van 14,6 maanden zonder chirurgie en 24,2 maanden na chirurgie, zijn de resultaten vergelijkbaar met de eerdere FLOT3-studie in de oligometastatische setting. Voor geselecteerde patiënten is er dus plaats voor lokale behandeling en chirurgie, en zijn er alternatieven voor HIPEC en PIPAC. De gegevens over de kwaliteit van leven uit de CheckMate-577 met nivolumab vs. placebo in de adjuvante setting (6) en de KEYNOTE-590-studie met pembrolizumab vs. placebo plus chemotherapie in de metastatische eerstelijnsetting (7) ondersteunen het gebruik van ICI bij maag- en slokdarmkanker. Preliminaire gegevens voor nieuwe targeted therapieën zijn veelbelovend, zoals zanidatamab bij maag- en slokdarmadenocarcinomen met HER-2-overexpressie (8) en bemarituzumab bij FGFR2b-overexpressie bij maagkanker (9) . Het FGFR-pathway komt ook in beeld bij de studie met infigratinib bij patiënten met cholangiocarcinoom met FGFR2-fusies/herschikkingen (10) . Dergelijke nieuwe, gerichte moleculen zullen in de toekomst hun nut bewijzen, vooral als de nodige stappen gezet worden in het domein van de biomerkers.