...

De patiënten werden in een 1-1-verhouding gerandomiseerd naar chemotherapie (cabazitaxel 25 mg/m2 om de 3 weken + prednison en G-CSF, n = 129) of een androgeendeprivatietherapie (abirateron 1.000 mg/d + prednison, n = 59, ofwel enzalutamide 160 mg/d, n = 67, meer bepaald de androgeenantagonist die de patiënt ervoor nog niet had gekregen).De resultaten van de CARD-studie werden wereldkundig gemaakt op het laatste presidentiële symposium van het ESMO 2019 en werden tegelijk online gezet op de website van the New England Journal of Medicine (R de Wit et al.).Het primaire eindpunt was de overleving zonder radiologische progressie. Na een mediane follow-up van 9,2 maanden was die significant langer in de chemotherapiegroep (8,0 maanden) dan in de androgeendeprivatietherapiegroep (3,7 maanden) (HR 0,54, p < 0,0001, HR met enzalutamide en abirateron respectievelijk 0,57 en 0,44).Ook meerdere secundaire eindpunten verbeterden significant in de chemotherapiegroep, met name de totale overleving (13,6 versus 11,0 maanden, HR 0,64, p = 0,008), de progressievrije overleving (4,4 versus 2,7 maanden, HR 0,52, p = 0,0001), de objectieve tumorrespons, de PSA-respons, de pijn en de tijd tot optreden van symptomatische botcomplicaties.Er hebben zich geen speciale veiligheidsproblemen voorgedaan. Iets meer dan de helft van de patiënten in elke behandelingsgroep heeft graad ? 3-bijwerkingen ontwikkeld (45% neutropenie in de cabazitaxelgroep waarvan 3,2% febriele neutropenie).De niet-hematologische bijwerkingen die vaker zijn opgetreden in de chemotherapiegroep, waren vermoeidheid, diarree en perifere neuropathie (telkens minder dan 5% van de patiënten). De niet-hematologische bijwerkingen die vaker zijn opgetreden met een androgeendeprivatietherapie, waren nier-, spier-, hart- en neurologische problemen.Het aantal patiënten dat de behandeling heeft stopgezet wegens bijwerkingen, bedroeg 19,8% in de chemotherapiegroep en 8,9% in de androgeendeprivatietherapiegroep. De sterfte als gevolg van bijwerkingen was lager in de cabazitaxelgroep (5,6%) dan in de androgeendeprivatietherapiegroep (11,3%).Gezien die resultaten over de werkzaamheid en de veiligheid zou bij de behandeling van een castratieresistente gemetastaseerde prostaatkanker de voorkeur moeten worden gegeven aan cabazitaxel boven voortzetting van de androgeendeprivatietherapie met een andere androgeenantagonist.