Het risico op recidief bij vrouwen met een invasieve borstkanker die een primaire systemische behandeling hebben gekregen, hangt af van meerdere factoren. Het is nog niet duidelijk wat het beste beleid is bij vrouwen met een intermediair risico op recidief. Eén van de vragen is: "Kan de postoperatieve behandeling worden vereenvoudigd door een van de componenten ervan te laten vallen zonder de prognose daardoor in het gedrang te brengen?"
In Sankt Gallen heeft een groep uit Firenze retrospectieve gegevens gepresenteerd die kunnen helpen bij het nemen van een beslissing om al dan niet radiotherapie te geven. De groep heeft de incidentie van lokaal en regionaal recidief en metastasen op afstand, de totale sterfte en de kankerspecifieke sterfte geanalyseerd in een groep patiënten die een operatie hadden ondergaan na een primaire systemische behandeling en die in hun ziekenhuis waren gevolgd tussen 2012 en 2017. Bij de patiënten die op het ogenblik van de analyse nog in leven waren, was een minimale follow-up van vijf jaar vereist.
In hun ziekenhuis wordt bij de meeste vrouwen (gemiddeld 75%) met een complete pathologische respons van de lymfeklieren (ypN0) of met 1-3 residuele lymfeklieren (ypN1) na chirurgie geen regionale radiotherapie van de lymfeklieren gegeven.
De analyse betrof 146 vrouwen met een borstkanker stadium II (n = 89; 61%) of stadium III (n = 57; 39%). 98 vrouwen (67%) hadden klinisch positieve klieren (cN+).
Conservatieve borstchirurgie (n = 57; 39%), lymfeklierdissectie (n = 105; 72%).
Een complete pathologische respons (pCR) is verkregen bij 47 patiënten (29,3%). Wat de lymfeklieren betreft, 56,8% van de patiënten vertoonde een ypN0 (van wie 48% cN+), 24,6% een ypN1 en 18,6% een ypN2-3.
Tijdens een mediane follow-up van 6,4 jaar is een lokaal of regionaal recidief vastgesteld bij twaalf patiënten (bij elf van die twaalf vrouwen was geen pCR bereikt). De incidentie van metastasen op afstand, de totale sterfte en de kankerspecifieke sterfte bedroegen respectievelijk 19,9 %, 6,8 % en 5,5 %.
Uit de analyse blijkt vooral dat de hoogste voorzichtigheid geboden is bij de beslissing om minder radiotherapie te geven op lokale en regionale lymfeklieren. Bij patiënten met een tumor cN+ die een ypN0 bereikten, bedroegen de incidentie van lokaal en regionaal recidief, de incidentie van metastasen op afstand en de specifieke sterfte respectievelijk 2,1%, 12,8% en 4,3 % versus 11,1%, 22,2% en 5,5% bij patiënten met een ypN1.
De conclusie is dan ook: in geval van een pCR kan worden overwogen af te zien van lokale en regionale radiotherapie (De-escalation of axillary radiotherapy - the time has come!), maar in alle andere gevallen zou dat riskant kunnen zijn voor de patiënten. Het is dus beter de patiënten niet bloot te stellen aan dat risico (tenzij je ze opneemt in een klinische studie) en te wachten op een formeel bewijs of een advies van experts. De consensus, die na het congres zal worden gepubliceerd, zal ongetwijfeld een waardevolle leidraad zijn.
Naar de mondelinge presentatie van Icro Meattini (sessie 7) en de posterpresentatie van Marco Banini (Poster 106).
In Sankt Gallen heeft een groep uit Firenze retrospectieve gegevens gepresenteerd die kunnen helpen bij het nemen van een beslissing om al dan niet radiotherapie te geven. De groep heeft de incidentie van lokaal en regionaal recidief en metastasen op afstand, de totale sterfte en de kankerspecifieke sterfte geanalyseerd in een groep patiënten die een operatie hadden ondergaan na een primaire systemische behandeling en die in hun ziekenhuis waren gevolgd tussen 2012 en 2017. Bij de patiënten die op het ogenblik van de analyse nog in leven waren, was een minimale follow-up van vijf jaar vereist.In hun ziekenhuis wordt bij de meeste vrouwen (gemiddeld 75%) met een complete pathologische respons van de lymfeklieren (ypN0) of met 1-3 residuele lymfeklieren (ypN1) na chirurgie geen regionale radiotherapie van de lymfeklieren gegeven.De analyse betrof 146 vrouwen met een borstkanker stadium II (n = 89; 61%) of stadium III (n = 57; 39%). 98 vrouwen (67%) hadden klinisch positieve klieren (cN+).Conservatieve borstchirurgie (n = 57; 39%), lymfeklierdissectie (n = 105; 72%). Een complete pathologische respons (pCR) is verkregen bij 47 patiënten (29,3%). Wat de lymfeklieren betreft, 56,8% van de patiënten vertoonde een ypN0 (van wie 48% cN+), 24,6% een ypN1 en 18,6% een ypN2-3.Tijdens een mediane follow-up van 6,4 jaar is een lokaal of regionaal recidief vastgesteld bij twaalf patiënten (bij elf van die twaalf vrouwen was geen pCR bereikt). De incidentie van metastasen op afstand, de totale sterfte en de kankerspecifieke sterfte bedroegen respectievelijk 19,9 %, 6,8 % en 5,5 %.Uit de analyse blijkt vooral dat de hoogste voorzichtigheid geboden is bij de beslissing om minder radiotherapie te geven op lokale en regionale lymfeklieren. Bij patiënten met een tumor cN+ die een ypN0 bereikten, bedroegen de incidentie van lokaal en regionaal recidief, de incidentie van metastasen op afstand en de specifieke sterfte respectievelijk 2,1%, 12,8% en 4,3 % versus 11,1%, 22,2% en 5,5% bij patiënten met een ypN1.De conclusie is dan ook: in geval van een pCR kan worden overwogen af te zien van lokale en regionale radiotherapie (De-escalation of axillary radiotherapy - the time has come!), maar in alle andere gevallen zou dat riskant kunnen zijn voor de patiënten. Het is dus beter de patiënten niet bloot te stellen aan dat risico (tenzij je ze opneemt in een klinische studie) en te wachten op een formeel bewijs of een advies van experts. De consensus, die na het congres zal worden gepubliceerd, zal ongetwijfeld een waardevolle leidraad zijn. Naar de mondelinge presentatie van Icro Meattini (sessie 7) en de posterpresentatie van Marco Banini (Poster 106).